Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. francachela:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor francachela (Spaans) in het Nederlands

francachela:

francachela [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la francachela (fiesta; festín)
    het feest; de party; de partij; het festijn; het partijtje
    • feest [het ~] zelfstandig naamwoord
    • party [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • partij [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • festijn [het ~] zelfstandig naamwoord
    • partijtje [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. la francachela (comilona; festín; bacanal)
    de slemppartij; vreetfestijn; de smulpartij

Vertaal Matrix voor francachela:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
feest festín; fiesta; francachela celebración; ceremonia; día festivo; festejo; festival; festividad; fiesta; guateque
festijn festín; fiesta; francachela
partij festín; fiesta; francachela cantidad determinada; carrera; cierta cantidad; combate; competición; encuentro; equipo; lote; match; partida; partido; partido de fútbol; partido político
partijtje festín; fiesta; francachela competición; partida
party festín; fiesta; francachela festividad; fiesta
slemppartij bacanal; comilona; festín; francachela
smulpartij bacanal; comilona; festín; francachela banquete
vreetfestijn bacanal; comilona; festín; francachela

Verwante woorden van "francachela":


Synoniemen voor "francachela":