Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Vertaal hijas

Vertaal hijas van Spaans naar Nederlands

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

hijas:
- dochters
hija:
- dochter
hijo:
- zoon; klein jongetje; jochie
Wiktionary:
- hija → dochter
- hija → kind, dochter
- hijo → zoon
- hijo → kind, zoon

Spaans

Uitgebreide vertaling voor hijas (Spaans) in het Nederlands

hijas:

hijas [la ~] zelfstandig naamwoord

la hijas
de dochters
- dochters [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor hijas:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
dochters	hijas

Verwante woorden van "hijas":

hija, hijo

hijas vorm van hija:

hija [la ~] zelfstandig naamwoord

la hija
de dochter
- dochter [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor hija:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
dochter	hija

Verwante woorden van "hija":

hijas, hijo

Wiktionary: hija

hija

noun

een vrouwelijk kind
- dochter → hija

Cross Translation:

From	To	Via
• hija	→ kind	↔ child — a female or male child, a daughter or son
• hija	→ dochter	↔ daughter — female child
• hija	→ dochter	↔ Tochter — weiblicher, direkter Nachkomme, direkte Nachkommin
• hija	→ dochter	↔ fille — Enfant (descendante directe) de sexe féminin

hijas vorm van hijo:

hijo [el ~] zelfstandig naamwoord

el hijo
de zoon
- zoon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
el hijo (chiquilín; niño; chiquillo; botija; nene; chico; crío; mocoso; muchachito; pequeñito; niñito; chavalillo; pequeñuelo; muchachuelo; niño pequeño)
het klein jongetje; het jochie
- klein jongetje [het ~] zelfstandig naamwoord
- jochie [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor hijo:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
jochie	botija; chavalillo; chico; chiquillo; chiquilín; crío; hijo; mocoso; muchachito; muchachuelo; nene; niñito; niño; niño pequeño; pequeñito; pequeñuelo	chaval; chavalillo; chico; chiquillo; chiquitín; crío; hombrecillo; hombrecito; mocito; muchachito; niño
klein jongetje	botija; chavalillo; chico; chiquillo; chiquilín; crío; hijo; mocoso; muchachito; muchachuelo; nene; niñito; niño; niño pequeño; pequeñito; pequeñuelo
zoon	hijo

Verwante woorden van "hijo":

hijos, hija, hijas

Synoniemen voor "hijo":

cachorro; cría; hijuelo

Wiktionary: hijo

hijo

noun

een mannelijk kind
- zoon → hijo

Cross Translation:

From	To	Via
• hijo	→ kind	↔ child — a female or male child, a daughter or son
• hijo	→ zoon	↔ son — a male person in relation to his parents
• hijo	→ zoon	↔ Sohn — männlicher, direkter Nachkomme
• hijo	→ zoon	↔ fils — Tout être humain du sexe masculin considéré par rapport à son père et à sa mère, ou à un des deux seulement.