Overzicht


Spaans

Uitgebreide vertaling voor llegada (Spaans) in het Nederlands

llegada:

llegada [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la llegada
    komen; aankomen; arriveren
    • komen [znw.] zelfstandig naamwoord
    • aankomen [znw.] zelfstandig naamwoord
    • arriveren [znw.] zelfstandig naamwoord
  2. la llegada
    de komst; de overkomst
    • komst [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • overkomst [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  3. la llegada (entrada)
    de entree; de binnenkomst; de intrede; de intocht
    • entree [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • binnenkomst [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • intrede [de ~] zelfstandig naamwoord
    • intocht [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. la llegada (línea de llegada; punto final; cinta de llegada; )
    het eindpunt; de finish; het einde; de meet; de eindstreep; de finishlijn
    • eindpunt [het ~] zelfstandig naamwoord
    • finish [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • einde [het ~] zelfstandig naamwoord
    • meet [de ~] zelfstandig naamwoord
    • eindstreep [de ~] zelfstandig naamwoord
    • finishlijn [de ~] zelfstandig naamwoord
  5. la llegada (ingreso; entrada; recaudación)
    de inkomst
    • inkomst [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor llegada:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aankomen llegada
arriveren llegada
binnenkomst entrada; llegada entrada; ingresos
einde acabado; afinado; barniz; cinta de llegada; fin; final; llegada; línea de llegada; marca; punto final; terminación clausura; conclusión; desenlace; enlazo; fin; final; finalización; término
eindpunt acabado; afinado; barniz; cinta de llegada; fin; final; llegada; línea de llegada; marca; punto final; terminación destino; destino de viaje; destino final; distancia; extremo
eindstreep acabado; afinado; barniz; cinta de llegada; fin; final; llegada; línea de llegada; marca; punto final; terminación
entree entrada; llegada acceso; entrada; hall; portal; precio de entrada; vestíbulo; vestíbulo delantero; zaguán
finish acabado; afinado; barniz; cinta de llegada; fin; final; llegada; línea de llegada; marca; punto final; terminación
finishlijn acabado; afinado; barniz; cinta de llegada; fin; final; llegada; línea de llegada; marca; punto final; terminación
inkomst entrada; ingreso; llegada; recaudación
intocht entrada; llegada
intrede entrada; llegada
komen llegada
komst llegada entrada
meet acabado; afinado; barniz; cinta de llegada; fin; final; llegada; línea de llegada; marca; punto final; terminación
overkomst llegada
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aankomen acceder; acercarse; aproximarse; cruzar la meta; engordarse; entrar; entrar en; frecuentar; ganar peso; hacer su entrada; hacer una visita a; ir a; ir a ver; llegar; pasar; pasar a ver; pasar por; pasarse a ver a; venir; visitar
arriveren acceder; acercarse; aproximarse; entrar; entrar en; hacer su entrada; llegar; venir
komen venir

Synoniemen voor "llegada":


Wiktionary: llegada

llegada
noun
  1. de bestemming bereiken, het aankomen

Cross Translation:
FromToVia
llegada aankomst; komst arrival — act of arriving or something that has arrived
llegada aankomst arrivageabord, arrivée des navires dans un port.
llegada aankomst; plaats van aankomst arrivéeaction d’arriver.

Verwante vertalingen van llegada