Overzicht


Spaans

Uitgebreide vertaling voor maquillarse (Spaans) in het Nederlands

maquillarse:

maquillarse werkwoord

  1. maquillarse
    opsmukken; opmaken; make-up aanbrengen; optutten
    • opsmukken werkwoord (smuk op, smukt op, smukte op, smukten op, opgesmukt)
    • opmaken werkwoord (maak op, maakt op, maakte op, maakten op, opgemaakt)
    • make-up aanbrengen werkwoord
    • optutten werkwoord (tut op, tutte op, tutten op, opgetut)
  2. maquillarse
  3. maquillarse (pintarse)
    opmaken; make-up opdoen
    • opmaken werkwoord (maak op, maakt op, maakte op, maakten op, opgemaakt)
    • make-up opdoen werkwoord (doe make-up op, doet make-up op, deed make-up op, deden make-up op, make-up opgedaan)
  4. maquillarse (maquillar)
    grimeren
    • grimeren werkwoord (grimeer, grimeert, grimeerde, grimeerden, gegrimeerd)

Conjugations for maquillarse:

presente
  1. me maquillo
  2. te maquillas
  3. se maquilla
  4. nos maquillamos
  5. os maquilláis
  6. se maquillan
imperfecto
  1. me maquillaba
  2. te maquillabas
  3. se maquillaba
  4. nos maquillábamos
  5. os maquillabais
  6. se maquillaban
indefinido
  1. me maquillé
  2. te maquillaste
  3. se maquilló
  4. nos maquillamos
  5. os maquillasteis
  6. se maquillaron
fut. de ind.
  1. me maquillaré
  2. te maquillarás
  3. se maquillará
  4. nos maquillaremos
  5. os maquillaréis
  6. se maquillarán
condic.
  1. me maquillaría
  2. te maquillarías
  3. se maquillaría
  4. nos maquillaríamos
  5. os maquillaríais
  6. se maquillarían
pres. de subj.
  1. que me maquille
  2. que te maquilles
  3. que se maquille
  4. que nos maquillemos
  5. que os maquilléis
  6. que se maquillen
imp. de subj.
  1. que me maquillara
  2. que te maquillaras
  3. que se maquillara
  4. que nos maquilláramos
  5. que os maquillarais
  6. que se maquillaran
miscelánea
  1. ¡maquíllate!
  2. ¡maquillaos!
  3. ¡no te maquilles!
  4. ¡no os maquilléis!
  5. maquillado
  6. maquillándose
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor maquillarse:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
opmaken redactarse
opsmukken adorno; embellecerse; embellecimiento; pintarse
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
grimeren maquillar; maquillarse
make-up aanbrengen maquillarse
make-up opdoen maquillarse; pintarse
opmaken maquillarse; pintarse acabar; adornar; consumirse; decorar; derrochar; despilfarrar; gastar; gastarse todo el dinero; hacer ademán de; prepararse; terminar
opsmukken maquillarse acicalar; adornar; aliñar; ataviar; decorar; embellecer; embellecerse; emperifollar; engalanar
optutten maquillarse abrillantar; adornar; bruñir; embellecer; engalanar; pulir; sacar brillo; sacar brillo a
zich opmaken maquillarse