Medicina in het Nederlands vertaald uit het Spaans

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

medicina:
- geneeskunde; medicijnen; heelkunde; geneeskunst; geneesmiddel; medicament; medicijn; remedie; artsenijmiddel; middel
Wiktionary:
- medicina → geneeskunde, medicijn
- medicina → geneesmiddel, medicijn, geneeskunde, remedie, medium, middel, weg, artsenij

Spaans

Uitgebreide vertaling voor medicina (Spaans) in het Nederlands

la medicina
de geneeskunde; de medicijnen; de heelkunde; de geneeskunst
- geneeskunde [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- medicijnen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- heelkunde [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- geneeskunst [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la medicina
de geneeskunde
- geneeskunde [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la medicina (medicamento; remedio)
de geneesmiddel; het medicament; de medicijn
- geneesmiddel [de ~] zelfstandig naamwoord
- medicament [het ~] zelfstandig naamwoord
- medicijn [de ~] zelfstandig naamwoord
la medicina (medicamento; remedio)
de geneesmiddel; de remedie; de medicijn; het medicament; artsenijmiddel; het middel
- geneesmiddel [de ~] zelfstandig naamwoord
- remedie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- medicijn [de ~] zelfstandig naamwoord
- medicament [het ~] zelfstandig naamwoord
- artsenijmiddel [znw.] zelfstandig naamwoord
- middel [het ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
artsenijmiddel	medicamento; medicina; remedio
geneeskunde	medicina
geneeskunst	medicina
geneesmiddel	medicamento; medicina; remedio	medicamento
heelkunde	medicina
medicament	medicamento; medicina; remedio
medicijn	medicamento; medicina; remedio
medicijnen	medicina
middel	medicamento; medicina; remedio	cintura; talle
remedie	medicamento; medicina; remedio

droga; medicamento; fármaco
hematología; cardiología; oncología; urología; psiquiatría; oftalmología; pediatría; ginecología; radiología; otorrinolaringología; cirugía; traumatilogía; dermatología; anatomía; obstetricia
bebedizo; brebaje; pócima; filtro; bebistrajo; cocimiento; potingue; mejunje; medicamento; enjuague
jarabe; específico; poción

medicina

noun

de wetenschap die zich richt op de aard, de oorzaken en de geneesmiddelen van ziekten
- geneeskunde → medicina
een chemische stof die een bepaalde, gewenste werking op het (dierlijk of menselijk) lichaam uitoefent
- medicijn → medicamento; medicina

Cross Translation:

From	To	Via
• medicina	→ geneesmiddel; medicijn	↔ medicine — substance which promotes healing
• medicina	→ geneeskunde	↔ medicine — field of study
• medicina	→ geneeskunde	↔ Medizin — kPl.\|: wissenschaftliche Heilkunde
• medicina	→ medicijn	↔ médecine — science des maladies et art de les guérir.
• medicina	→ remedie; medium; middel; weg; artsenij; geneesmiddel; medicijn	↔ remède — médecine\|fr substance qui sert à guérir un mal ou une maladie.