Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. ministerio:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor ministerio (Spaans) in het Nederlands

ministerio:

ministerio [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el ministerio (departamento; oficio)
    het ministerie; de departement
  2. el ministerio
    het ministerie

Vertaal Matrix voor ministerio:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
departement departamento; ministerio; oficio articulación; autopsia; brigada; capa; categoría; cuerpo; departamento; dependencia; destacamento; disciplina; distrito de jurisdicción; división; escuadrón; estrato; fracción; grupo parlamentario; juntura; jurisdicción; jursdicción; nudo; parte; pieza; porción; rama; rama jurídica; ramificación; ramo; recambio accesorio; sección; sector; segmento; unidad
ministerie departamento; ministerio; oficio

Verwante woorden van "ministerio":


Synoniemen voor "ministerio":


Wiktionary: ministerio

ministerio
noun
  1. ministerie
  2. positie binnen een bedrijf of organisatie

Cross Translation:
FromToVia
ministerio departement; ministerie ministry — government department
ministerio ministerie Ministerium — oberste Behörde eines Staates unter der Leitung eines Ministers
ministerio ministerie; kabinet ministère — L’emploi, la charge qu’on exercer.

Verwante vertalingen van ministerio