Overzicht


Spaans

Uitgebreide vertaling voor ofendido (Spaans) in het Nederlands

ofendido:

ofendido bijvoeglijk naamwoord

  1. ofendido (herido; insultado)
    gekwetst; gegriefd
  2. ofendido (enfadado)
    verontwaardigd; gebelgd; misnoegd; verstoord; gekwetst

ofendido [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el ofendido
    beledigde

Vertaal Matrix voor ofendido:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beledigde ofendido
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gebelgd enfadado; ofendido airado; de mal humor; desagradado; desanimado; descontento; desgustado; destemplado; disgustado; enfadado; enojado; insatisfecho; iracundo; irritado; malhumorado; rencilloso; resentido
gegriefd herido; insultado; ofendido
gekwetst enfadado; herido; insultado; ofendido herido; lesionado
misnoegd enfadado; ofendido aburrido; de mal humor; decaído; desagradado; desanimado; descontento; desgustado; destemplado; enfadado; enojado; insatisfecho; iracundo; irritado; malhumorado; rencilloso; resentido
verontwaardigd enfadado; ofendido
verstoord enfadado; ofendido aburrido; decaído; desanimado; descontento; irritado

Synoniemen voor "ofendido":