Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. once:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor once (Spaans) in het Nederlands

once:

once bijvoeglijk naamwoord

  1. once
    elf
    • elf bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor once:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
elf elfo; equipo de fútbol; hada; silfo
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
elf once

Verwante woorden van "once":

  • onces

Synoniemen voor "once":

  • merienda

Wiktionary: once


Cross Translation:
FromToVia
once elf eleven — the cardinal number occurring after ten and before twelve