Overzicht


Spaans

Uitgebreide vertaling voor pasaje (Spaans) in het Nederlands

pasaje:

pasaje [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el pasaje (viaje; excursión)
    de reis; de expeditie; de trektocht; de mars; de toer; de tocht; de rit
    • reis [de ~] zelfstandig naamwoord
    • expeditie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • trektocht [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • mars [de ~] zelfstandig naamwoord
    • toer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • tocht [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • rit [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. el pasaje (pasillo; corredor; galería)
    de corridor; de gang
    • corridor [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • gang [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. el pasaje (travesía)
    de overtocht; de overvaart
  4. el pasaje (pasillo; paso; marcha; )
    de passage; de gang; de doorgang; het gangpad; de doorloop
    • passage [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • gang [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • doorgang [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • gangpad [het ~] zelfstandig naamwoord
    • doorloop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  5. el pasaje (carnet; tarjeta; pase; )
    het pasje
    • pasje [het ~] zelfstandig naamwoord
  6. el pasaje
    de passus
    • passus [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  7. el pasaje (viaje por mar; travesía)
    de zeereis
    • zeereis [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor pasaje:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
corridor corredor; galería; pasaje; pasillo corredor; pasillo
doorgang conducta; galería; marcha; pasadizo; pasaje; pasillo; paso corredor; pasillo
doorloop conducta; galería; marcha; pasadizo; pasaje; pasillo; paso
expeditie excursión; pasaje; viaje expedición
gang conducta; corredor; galería; marcha; pasadizo; pasaje; pasillo; paso acción; celeridad; excursión; marcha; paseo; prisa; prontitud; rapidez; rebosamiento; recorrido; ritmo; tiempo; urgencia; velocidad; velocidad de marcha
gangpad conducta; galería; marcha; pasadizo; pasaje; pasillo; paso
mars excursión; pasaje; viaje
overtocht pasaje; travesía
overvaart pasaje; travesía
pasje billete; billete de entrada; carnet; carnet de identidad; cartulina; documentación; documento de identidad; legitimación; pasaje; pase; paso; tarjeta; tarjeta de identidad; ticket
passage conducta; galería; marcha; pasadizo; pasaje; pasillo; paso corredor; pasillo
passus pasaje
reis excursión; pasaje; viaje excursión; paseo; recorrido; viaje
rit excursión; pasaje; viaje excursión; paseo; recorrido
tocht excursión; pasaje; viaje corriente; corriente de aire; excursión; paseo; recorrido; succión de aire
toer excursión; pasaje; viaje círculo de giro; excursión; habilidad; hazaña; ir de ronda; paseo; patrullar; proeza; recorrido; saber; todo un logro; truco; vuelta
trektocht excursión; pasaje; viaje
zeereis pasaje; travesía; viaje por mar

Wiktionary: pasaje


Cross Translation:
FromToVia
pasaje plaats; regel; plek StelleAbschnitt in einem Text, Musikwerk
pasaje ticket ticket — pass for transportation
pasaje passage; galerij passage — Galerie ouverte réservée au piétons

Verwante vertalingen van pasaje