Overzicht


Spaans

Uitgebreide vertaling voor pito (Spaans) in het Nederlands

pito:

pito [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el pito (flauta)
    de fluit
    • fluit [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. el pito
    uitgedrukte sigaret; de peuk

Vertaal Matrix voor pito:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fluit flauta; pito
peuk pito cigarrillo; cigarro; colilla; coracero; pitillo
uitgedrukte sigaret pito

Verwante woorden van "pito":

  • pitos

Synoniemen voor "pito":


Wiktionary: pito


Cross Translation:
FromToVia
pito leuter; piemel; pik; lul dick — colloquial: penis
pito claxon; toeter horn — loud alarm, especially on a motor vehicle
pito penis; lid; mannelijk lid penis — male organ for copulation and urination
pito fluit pipe — musical instrument
pito fluitje whistle — device used to make a whistling sound
pito fluittoon whistle — sound similar to the sound made by whistling
pito specht; groene specht woodpecker — bird in Picinae
pito lul zob — (argot) pénis, sexe masculin.

Verwante vertalingen van pito