Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Vertaal reaseguro

Vertaal reaseguro van Spaans naar Nederlands

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

reaseguro:
- herverzekering
reasegurar:
- reassureren; herverzekeren

Spaans

Uitgebreide vertaling voor reaseguro (Spaans) in het Nederlands

reaseguro:

reaseguro [el ~] zelfstandig naamwoord

el reaseguro
de herverzekering
- herverzekering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor reaseguro:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
herverzekering	reaseguro

Verwante woorden van "reaseguro":

reaseguros

reasegurar:

reasegurar werkwoord

reasegurar
reassureren; herverzekeren
- reassureren werkwoord
- herverzekeren werkwoord (herverzeker, herverzekert, herverzekerde, herverzekerden, herverzekerd)

Conjugations for reasegurar:

presente

reaseguro
reaseguras
reasegura
reaseguramos
reaseguráis
reaseguran

imperfecto

reaseguraba
reasegurabas
reaseguraba
reasegurábamos
reasegurabais
reaseguraban

indefinido

reaseguré
reaseguraste
reaseguró
reaseguramos
reasegurasteis
reaseguraron

fut. de ind.

reaseguraré
reasegurarás
reasegurará
reaseguraremos
reaseguraréis
reasegurarán

condic.

reaseguraría
reasegurarías
reaseguraría
reaseguraríamos
reaseguraríais
reasegurarían

pres. de subj.

que reasegure
que reasegures
que reasegure
que reaseguremos
que reaseguréis
que reaseguren

imp. de subj.

que reasegurara
que reaseguraras
que reasegurara
que reaseguráramos
que reasegurarais
que reaseguraran

miscelánea

¡reasegura!
¡reasegurad!
¡no reasegures!
¡no reaseguréis!
reasegurado
reasegurando

1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor reasegurar:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
herverzekeren	reasegurar
reassureren	reasegurar