Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Vertaal rescindir

Vertaal rescindir van Spaans naar Nederlands

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

rescindir:
- ontbinden; opheffen; uiteen doen gaan
Wiktionary:
- rescindir → ontbinden
- rescindir → breken, ongedaan maken, terugtrekken, annuleren, herroepen

Spaans

Uitgebreide vertaling voor rescindir (Spaans) in het Nederlands

rescindir:

rescindir werkwoord

rescindir (derretirse; disolver; descomponer; disolverse)
ontbinden; opheffen; uiteen doen gaan
- ontbinden werkwoord (ontbind, ontbindt, ontbond, ontbonden, ontbonden)
- opheffen werkwoord (hef op, heft op, hief op, hieven op, opgeheven)
- uiteen doen gaan werkwoord

Conjugations for rescindir:

presente

rescindo
rescindes
rescinde
rescindimos
rescindís
rescinden

imperfecto

rescindía
rescindías
rescindía
rescindíamos
rescindíais
rescindían

indefinido

rescindí
rescindiste
rescindió
rescindimos
rescindisteis
rescindieron

fut. de ind.

rescindiré
rescindirás
rescindirá
rescindiremos
rescindiréis
rescindirán

condic.

rescindiría
rescindirías
rescindiría
rescindiríamos
rescindiríais
rescindirían

pres. de subj.

que rescinda
que rescindas
que rescinda
que rescindamos
que rescindáis
que rescindan

imp. de subj.

que rescindiera
que rescindieras
que rescindiera
que rescindiéramos
que rescindierais
que rescindieran

miscelánea

¡rescinde!
¡rescindid!
¡no rescindas!
¡no rescindáis!
rescindido
rescindiendo

1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor rescindir:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ontbinden		desliarse; rescición
opheffen		abolición; anular; cancelación; cierre; desdecirse; liquidación; revocar
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ontbinden	derretirse; descomponer; disolver; disolverse; rescindir	descomponerse; disociar; interrumpir; podrirse; pudrirse; quebrar; romper; separar
opheffen	derretirse; descomponer; disolver; disolverse; rescindir	alzar; anular; cancelar; disipar; disociar; elevar; interrumpir; levantar; liquidar; quebrar; romper; separar; subir; suprimir; timar
uiteen doen gaan	derretirse; descomponer; disolver; disolverse; rescindir

Synoniemen voor "rescindir":

cancelar; anular; abolir; derogar; detener; liquidar; revocar; suprimir; suspender

Wiktionary: rescindir

rescindir

verb

een organisatie opheffen
- ontbinden → disolver; rescindir; resolver

Cross Translation:

From	To	Via
• rescindir	→ breken; ongedaan maken	↔ etwas rückgängig machen — etwas in den vorigen Zustand versetzen
• rescindir	→ terugtrekken; annuleren; herroepen	↔ rescind — repeal, annul, or declare void