Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. salvo:
  2. salvar:
  3. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor salvo (Spaans) in het Nederlands

salvo:

salvo bijvoeglijk naamwoord

  1. salvo (sin disminuir; sin aflojar; constante; intacto)
    onverminderd; onverflauwd

Vertaal Matrix voor salvo:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
onverflauwd constante; intacto; salvo; sin aflojar; sin disminuir
onverminderd constante; intacto; salvo; sin aflojar; sin disminuir

Verwante woorden van "salvo":

  • salvos

Synoniemen voor "salvo":


Wiktionary: salvo

salvo
preposition
  1. met uitzondering van
  2. behalve

Cross Translation:
FromToVia
salvo behalve apart from — except for
salvo behalve besides — other than; except for
salvo behalve but — except
salvo behalve except — with the exception of
salvo veilig safe — not in danger
salvo → [[op ... na]] up to — mathematics: considering all members of an equivalence class the same

salvar:

salvar werkwoord

  1. salvar
    redden
    • redden werkwoord (red, redt, redde, redden, gered)
  2. salvar (guardar; depositar; almacenar)
    opslaan; bewaren; deponeren
    • opslaan werkwoord (sla op, slaat op, sloeg op, sloegen op, opgeslagen)
    • bewaren werkwoord (bewaar, bewaart, bewaarde, bewaarden, bewaard)
    • deponeren werkwoord (deponeer, deponeert, deponeerde, deponeerden, gedeponeerd)
  3. salvar (guardar)
    bergen; in veiligheid brengen
    • bergen werkwoord (berg, bergt, bergde, bergden, gebergd)
    • in veiligheid brengen werkwoord (breng in veiligheid, brengt in veiligheid, bracht in veiligheid, brachten in veiligheid, in veiligheid gebracht)
  4. salvar (conciliar)
    overbruggen
    • overbruggen werkwoord (overbrug, overbrugt, overbrugde, overbrugden, overbrugd)

Conjugations for salvar:

presente
  1. salvo
  2. salvas
  3. salva
  4. salvamos
  5. salváis
  6. salvan
imperfecto
  1. salvaba
  2. salvabas
  3. salvaba
  4. salvábamos
  5. salvabais
  6. salvaban
indefinido
  1. salvé
  2. salvaste
  3. salvó
  4. salvamos
  5. salvasteis
  6. salvaron
fut. de ind.
  1. salvaré
  2. salvarás
  3. salvará
  4. salvaremos
  5. salvaréis
  6. salvarán
condic.
  1. salvaría
  2. salvarías
  3. salvaría
  4. salvaríamos
  5. salvaríais
  6. salvarían
pres. de subj.
  1. que salve
  2. que salves
  3. que salve
  4. que salvemos
  5. que salvéis
  6. que salven
imp. de subj.
  1. que salvara
  2. que salvaras
  3. que salvara
  4. que salváramos
  5. que salvarais
  6. que salvaran
miscelánea
  1. ¡salva!
  2. ¡salvad!
  3. ¡no salves!
  4. ¡no salvéis!
  5. salvado
  6. salvando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor salvar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bergen almacén; depósito
bewaren almacén; depósito
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bergen guardar; salvar almacenar; deshacerse de; meter; ordenar; recoger; recoger la mesa
bewaren almacenar; depositar; guardar; salvar apartar; archivar; conservar; depositar sobre; guardar; poner a un lado; poner en el establo; poner en el garaje; proteger
deponeren almacenar; depositar; guardar; salvar aplicar; arrojar; colocar; deponer; depositar; depositar sobre; derribar; destinar; encajar; estacionar; ingresar; meter; mover; pagar; poner; publicar; situar; transcribir; verter
in veiligheid brengen guardar; salvar
opslaan almacenar; depositar; guardar; salvar archivar; guardar; recordar; reservarse; retener
overbruggen conciliar; salvar
redden salvar

Synoniemen voor "salvar":


Wiktionary: salvar

salvar
verb
  1. redden
  2. actie ondernemen om iets of iemand uit de moeilijkheden te halen

Cross Translation:
FromToVia
salvar redden save — to help someone to survive
salvar opslaan; bewaren save — to write a file to a disk
salvar zekerstellen sauvegarder — Prendre sous sa sauvegarde. Se dit en parlant des personnes et des choses.
salvar behouden; bergen; redden sauvergarantir, préserver, tirer du péril, mettre en sûreté.

Verwante vertalingen van salvo