Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. sino:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor sino (Spaans) in het Nederlands

sino:

sino bijvoeglijk naamwoord

  1. sino (sin embargo; pero; mas; no obstante)
    echter; maar
    • echter bijvoeglijk naamwoord
    • maar bijvoeglijk naamwoord

sino [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el sino (destino)
    de noodlot; ongelukkig lot

Vertaal Matrix voor sino:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
noodlot destino; sino
ongelukkig lot destino; sino
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
echter mas; no obstante; pero; sin embargo; sino a pesar de todo; no obstante; pero; sin embargo
maar mas; no obstante; pero; sin embargo; sino a pesar de todo; no obstante; pero; sin embargo

Synoniemen voor "sino":


Wiktionary: sino

sino
conjunction
  1. leidt een zin in die een andere gang van zaken aangeeft

Cross Translation:
FromToVia
sino behalve but — except

Verwante vertalingen van sino