Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. tisis:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor tisis (Spaans) in het Nederlands

tisis:

tisis [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la tisis (tuberculosis; tuberculosis pulmonar)
    de tuberculose; de tering; de longtering

Vertaal Matrix voor tisis:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
longtering tisis; tuberculosis; tuberculosis pulmonar
tering tisis; tuberculosis; tuberculosis pulmonar
tuberculose tisis; tuberculosis; tuberculosis pulmonar
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tering coño; hostia; joder; mierda

Wiktionary: tisis

tisis
noun
  1. een ziekte veroorzaakt de de tuberculosebacterie Mycobacterium tuberculosis