Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Vertaal toga

Vertaal toga van Spaans naar Nederlands

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

toga:
- slipje; onderbroek; slip; tabberd
- toga; ornaat; ambtskleden; robe; ambtsgewaad; ambtskleed
Wiktionary:
- toga → toga, japon, jurk

Spaans

Uitgebreide vertaling voor toga (Spaans) in het Nederlands

toga:

toga [la ~] zelfstandig naamwoord

la toga (calzoncillos; braguita; bragas; slip)
het slipje; de onderbroek; de slip
- slipje [het ~] zelfstandig naamwoord
- onderbroek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- slip [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
la toga
de tabberd
- tabberd [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

toga [el ~] zelfstandig naamwoord

el toga (traje de ceremonia)
de toga; het ornaat; ambtskleden; de robe; het ambtsgewaad; ambtskleed
- toga [de ~] zelfstandig naamwoord
- ornaat [het ~] zelfstandig naamwoord
- ambtskleden [znw.] zelfstandig naamwoord
- robe [de ~] zelfstandig naamwoord
- ambtsgewaad [het ~] zelfstandig naamwoord
- ambtskleed [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor toga:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ambtsgewaad	toga; traje de ceremonia
ambtskleden	toga; traje de ceremonia
ambtskleed	toga; traje de ceremonia
onderbroek	bragas; braguita; calzoncillos; slip; toga
ornaat	toga; traje de ceremonia
robe	toga; traje de ceremonia	traje de noche; vestido; vestidura
slip	bragas; braguita; calzoncillos; slip; toga
slipje	bragas; braguita; calzoncillos; slip; toga
tabberd	toga
toga	toga; traje de ceremonia

Verwante woorden van "toga":

togas

Synoniemen voor "toga":

gonela; túnica; manto
mantón; mantilla; capa; faja

Wiktionary: toga

Cross Translation:

From	To	Via
• toga	→ toga	↔ gown — official robe
• toga	→ japon; jurk; toga	↔ robe — Traductions à trier