Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Vertaal tortura

Vertaal tortura van Spaans naar Nederlands

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

tortura:
- marteling; pijniging; foltering
torturar:
- martelen; kwellen; folteren; pijnigen
Wiktionary:
- tortura → marteling, temptatie
- tortura → martelen, marteling
- torturar → martelen, pijnigen
- torturar → martelen, folteren

Spaans

Uitgebreide vertaling voor tortura (Spaans) in het Nederlands

tortura:

tortura [la ~] zelfstandig naamwoord

la tortura
de marteling; de pijniging; de foltering
- marteling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- pijniging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- foltering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la tortura
de foltering
- foltering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tortura:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
foltering	tortura
marteling	tortura
pijniging	tortura

Synoniemen voor "tortura":

martirio; calvario; crucifixión; sufrimiento; tormento; inmolación; suplicio

Wiktionary: tortura

tortura

noun

opzettelijk toegebrachte pijniging van een gevangene
- marteling → tortura
kwelling, marteling
- temptatie → tormento; tortura

Cross Translation:

From	To	Via
• tortura	→ martelen	↔ Folter — selten im Plural: die Misshandlung oder das Zufügen von körperlichen und seelischen Schmerzen
• tortura	→ marteling	↔ torture — intentional causing of somebody's experiencing agony

tortura vorm van torturar:

torturar werkwoord

torturar
martelen; kwellen; folteren; pijnigen
- martelen werkwoord (martel, martelt, martelde, martelden, gemarteld)
- kwellen werkwoord (kwel, kwelt, kwelde, kwelden, gekweld)
- folteren werkwoord (folter, foltert, folterde, folterden, gefolterd)
- pijnigen werkwoord (pijnig, pijnigt, pijnigde, pijnigden, gepijnigd)

Conjugations for torturar:

presente

torturo
torturas
tortura
torturamos
torturáis
torturan

imperfecto

torturaba
torturabas
torturaba
torturábamos
torturabais
torturaban

indefinido

torturé
torturaste
torturó
torturamos
torturasteis
torturaron

fut. de ind.

torturaré
torturarás
torturará
torturaremos
torturaréis
torturarán

condic.

torturaría
torturarías
torturaría
torturaríamos
torturaríais
torturarían

pres. de subj.

que torture
que tortures
que torture
que torturemos
que torturéis
que torturen

imp. de subj.

que torturara
que torturaras
que torturara
que torturáramos
que torturarais
que torturaran

miscelánea

¡tortura!
¡torturad!
¡no tortures!
¡no torturéis!
torturado
torturando

1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor torturar:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
folteren	torturar
kwellen	torturar	fastidiar; hacer la puñeta; incordiar; molestar; provocar
martelen	torturar
pijnigen	torturar	maltratar

Synoniemen voor "torturar":

atormentar; martirizar; mortificar; angustiar; afligir; atribular; desolar; desesperar; desconsolar; reconcomer

Wiktionary: torturar

torturar

verb

een gevangene onderwerpen aan lichamelijke en/of geestelijke pijniging, voornamelijk teneinde informatie los te krijgen
- martelen → torturar
het opzettelijk veroorzaken van pijn bij iemand
- pijnigen → torturar; atormentar

Cross Translation:

From	To	Via
• torturar	→ martelen; folteren	↔ torture — to intentionally inflict unnecessary pain or suffering on helpless victims