Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. tráfico:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor tráfico (Spaans) in het Nederlands

tráfico:

tráfico [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el tráfico
    het rijverkeer
  2. el tráfico
    het verkeer
    • verkeer [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tráfico:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rijverkeer tráfico
verkeer tráfico circulación; circulación por caminos públicos; contacto; contacto sexual; procesión; relación sexual; roce; trato; trato sexual

Verwante woorden van "tráfico":

  • tráficos

Synoniemen voor "tráfico":


Wiktionary: tráfico

tráfico
noun
  1. het geheel van verplaatsingen waarbij goederen of personen vervoerd worden

Cross Translation:
FromToVia
tráfico verkeer traffic — pedestrians or vehicles on roads or on the air
tráfico passage; verkeer traficnégoce, commerce de marchandises.

Verwante vertalingen van tráfico