Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. trapisonda:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor trapisonda (Spaans) in het Nederlands

trapisonda:

trapisonda [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la trapisonda (embrollo; ajetreo)
    de rompslomp; veel gedoe
  2. la trapisonda (miseria; desgracia; rollo; )
    de ellende; de misère; de kommer; de kwel
    • ellende [de ~] zelfstandig naamwoord
    • misère [de ~] zelfstandig naamwoord
    • kommer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kwel [de ~] zelfstandig naamwoord
  3. la trapisonda (preocupaciones; guarrería; problema; )
    het getob
    • getob [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor trapisonda:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ellende adversidad; aflicción; desastre; desgracia; miseria; problemas; rollo; trapisonda adversidad; catástrofe; contratiempos; desastre; desdicha; desgracia; infortunio; mala suerte; miseria; pobreza
getob absorbimiento; ajetreo; cavilaciones; dar vueltas a un asunto; dificultad; embrollo; fárrago; guarrada; guarrería; jaleo; machaconería; machaquería; preocupaciones; problema; problemas; reflexiones; tabarra; trabajo penoso; trajín; trapisonda
kommer adversidad; aflicción; desastre; desgracia; miseria; problemas; rollo; trapisonda congoja; desazón; inquietud; preocupación
kwel adversidad; aflicción; desastre; desgracia; miseria; problemas; rollo; trapisonda aflicción; melancolía; pena; pesar; tristeza
misère adversidad; aflicción; desastre; desgracia; miseria; problemas; rollo; trapisonda
rompslomp ajetreo; embrollo; trapisonda ajetreo; embrollo
veel gedoe ajetreo; embrollo; trapisonda

Verwante woorden van "trapisonda":

  • trapisondas