Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. tripa:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor tripa (Spaans) in het Nederlands

tripa:

tripa [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la tripa (panza; estómago; abdomen; barriga)
    de buik; de pens
    • buik [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • pens [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. la tripa (panza)
    de hangbuik
    • hangbuik [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. la tripa (estómago; callos; barriga; )
    de spekbuik; de pens; voormaag
    • spekbuik [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • pens [de ~] zelfstandig naamwoord
    • voormaag [znw.] zelfstandig naamwoord
  4. la tripa (barriga)
    de bierbuik
    • bierbuik [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tripa:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bierbuik barriga; tripa
buik abdomen; barriga; estómago; panza; tripa abdomen; barriga; panza
hangbuik panza; tripa
pens abdomen; barriga; callos; estómago; panza; tripa; vientre
spekbuik abdomen; barriga; callos; estómago; panza; tripa; vientre
voormaag abdomen; barriga; callos; estómago; panza; tripa; vientre

Synoniemen voor "tripa":


Wiktionary: tripa


Cross Translation:
FromToVia
tripa ingewande bowel — intestines, entrails
tripa ingewanden gut — intestines of an animal used to make strings of a tennis racket or violin, etc
tripa darm gut — alimentary canal
tripa buik gut — abdomen
tripa ingewanden guts — entrails
tripa pens tripe — stomach lining of animal for food
tripa ingewanden tripe — entrails
tripa pens tripes — Mets de tripes en sauce