Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. triunfadores:
  2. triunfador:
  3. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor triunfadores (Spaans) in het Nederlands

triunfadores:

triunfadores [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el triunfadores (vencedores)
    de overwinnaars
  2. el triunfadores
    de winnaars
    • winnaars [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor triunfadores:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
overwinnaars triunfadores; vencedores
winnaars triunfadores

Verwante woorden van "triunfadores":


triunfadores vorm van triunfador:

triunfador [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el triunfador (ganador; vencedor)
    de winnaar
    • winnaar [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. el triunfador (vencedor)
    de overwinnaar; de triomfator
  3. el triunfador (conquistador; ganador; vencedor)
    de veroveraar

Vertaal Matrix voor triunfador:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
overwinnaar triunfador; vencedor
triomfator triunfador; vencedor
veroveraar conquistador; ganador; triunfador; vencedor
winnaar ganador; triunfador; vencedor

Verwante woorden van "triunfador":


Synoniemen voor "triunfador":


Wiktionary: triunfador


Cross Translation:
FromToVia
triunfador succesvol; geslaagd; gelukt successful — resulting in success
triunfador triomfant triumphant — celebrating victory