Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Vertaal tronchos

Vertaal tronchos van Spaans naar Nederlands

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

tronchos:
- stoten; duwen; stompen
troncho:
- stobbe; boomstronk; stronk
Wiktionary:
- troncho → stuk

Spaans

Uitgebreide vertaling voor tronchos (Spaans) in het Nederlands

tronchos:

tronchos [el ~] zelfstandig naamwoord

el tronchos (tocones)
het stoten; het duwen; het stompen
- stoten [het ~] zelfstandig naamwoord
- duwen [het ~] zelfstandig naamwoord
- stompen [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tronchos:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
duwen	tocones; tronchos
stompen	tocones; tronchos	tocones
stoten	tocones; tronchos
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
duwen		arriar; desplazar hacia delante; empujar; empujar hacia delante; estibar; mover; urgir
stompen		aporrear; dar puñetazos; dar un puñetazo
stoten		chocar; dar sacudidas; dar tumbos; empujar; hurgar; toparse

Verwante woorden van "tronchos":

troncho

troncho:

troncho [el ~] zelfstandig naamwoord

el troncho (tocón; cepa)
de stobbe; de boomstronk
- stobbe [de ~] zelfstandig naamwoord
- boomstronk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
el troncho (cepa; tocón)
de stobbe; de boomstronk; de stronk
- stobbe [de ~] zelfstandig naamwoord
- boomstronk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- stronk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor troncho:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
boomstronk	cepa; tocón; troncho
stobbe	cepa; tocón; troncho
stronk	cepa; tocón; troncho	tocón

Verwante woorden van "troncho":

tronchos

Wiktionary: troncho

Cross Translation:

From	To	Via
• troncho	→ stuk	↔ Stück — ein Teil eines Ganzen