Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. verbo:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor verbo (Spaans) in het Nederlands

verbo:

verbo [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el verbo
    het werkwoord
  2. el verbo

Vertaal Matrix voor verbo:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bewerking adaptación; edición; elaboración; operación; reedición; reimpresión
werkwoord verbo
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
bewerking verbo

Verwante woorden van "verbo":

  • verbos, verba, verbas

Synoniemen voor "verbo":


Wiktionary: verbo

verbo
noun
  1. woordsoort die in de eerste plaats een handeling of toestand uitdrukt

Cross Translation:
FromToVia
verbo werkwoord; verbum VerbGrammatik: Wortart, mit der eine Handlung (beispielsweise spielen, lachen, werfen), ein Zustand (glänzen, sich auflösen) oder ein Geschehen (regnen, schneien) ausgedrückt wird
verbo werkwoord verb — (grammar) a word that indicates an action, event, or a state
verbo werkwoord verbe — Mot qui exprime une action ou un état

Verwante vertalingen van verbo