Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. que:
  2. qué:
  3. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor que (Spaans) in het Nederlands

que:

que bijvoeglijk naamwoord

  1. que (ese; este; eso; esa)
    dat
    • dat bijvoeglijk naamwoord
  2. que (ese; esas; esa; esos)
    die
    • die bijvoeglijk naamwoord
  3. que (por qué; a que)
    waarom
  4. que
    als; dan
    • als bijvoeglijk naamwoord
    • dan bijwoord

Vertaal Matrix voor que:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dan que en ese momento; en tal caso; entonces; luego
waarom a que; por qué; que porqué
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
als a condición de que; con tal que; siempre que
waarom por qué
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
die aquel que; aquella; aquellas; aquello; aquellos; el cual; el que
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
als que con tal que; si; siempre que
dat esa; ese; eso; este; que esta; este
die esa; esas; ese; esos; que esta; este

Wiktionary: que


Cross Translation:
FromToVia
que mogen may — subjunctive
que dan than — Introduces a comparison
que dat that — connecting noun clause
que dat; die that — which
que die; dat which — (relative) who, whom, what
que dat que — Complémenteur
que dan que — Signifie un critère de comparaison.

qué:

qué bijvoeglijk naamwoord

  1. qué (cuál)
    welk
    • welk bijvoeglijk naamwoord
  2. qué (cómo)
    wat voor een; hoe; hoedanig

Vertaal Matrix voor qué:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hoe cómo; qué como; de cual forma
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hoedanig cómo; qué
wat voor een cómo; qué
welk cuál; qué lo cual; lo que

Wiktionary: qué


Cross Translation:
FromToVia
qué eh — used to mean “What?”
qué hoe how — used as a modifier to indicate surprise, delight, or other strong feelings
qué wat what — interrogative pronoun
qué wat wassächliches Fragewort, Interrogativpronomen

Verwante vertalingen van que