Spaans
Uitgebreide vertaling voor enemigo (Spaans) in het Zweeds
enemigo:
-
el enemigo (adversario; antagonista; contrincante)
-
el enemigo
-
el enemigo (oponente; adversario; rival; antagonista; contrincante; opositor; persona que vota en contra; candidato del contrario; objetante; partido contrario)
motstående-
motstående zelfstandig naamwoord
-
-
el enemigo (odiador; persona que odia)
-
el enemigo (candidato del contrario; opositor; adversario; rival; oponente; partido contrario)
-
el enemigo (oponente; contrario; opositor; objetante; partido contrario)
-
el enemigo (persona que vota en contra; oponente; adversario; antagonista; opositor; objetante; partido contrario)
rösta emot-
rösta emot zelfstandig naamwoord
-
-
enemigo (odioso; sarcástico; malicioso; detestable)
skadeglad; elakt; spydigt; skadeglatt; maliciöst; illvilligt; spydig; illvillig; spefullt-
skadeglad bijvoeglijk naamwoord
-
elakt bijvoeglijk naamwoord
-
spydigt bijvoeglijk naamwoord
-
skadeglatt bijvoeglijk naamwoord
-
maliciöst bijvoeglijk naamwoord
-
illvilligt bijvoeglijk naamwoord
-
spydig bijvoeglijk naamwoord
-
illvillig bijvoeglijk naamwoord
-
spefullt bijvoeglijk naamwoord
-
-
enemigo (contrario; conminatorio)
-
enemigo (que tiene aversión a; hostil; contrario; conminatorio)
Vertaal Matrix voor enemigo:
Verwante woorden van "enemigo":
Synoniemen voor "enemigo":
Wiktionary: enemigo
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • enemigo | → fiende | ↔ enemy — someone who is hostile to, feels hatred towards, opposes the interests of, or intends injury to someone else |
| • enemigo | → fiende; ovän | ↔ Feind — Eine Person oder Gruppe mit negativer Beziehung zu einer anderen |
| • enemigo | → fiende; ovän | ↔ ennemi — implication de deux concepts antagonistes, en conflit l’un envers l’autre. |
| • enemigo | → fientlig; oblid | ↔ ennemi — S’emploie aussi comme adjectif dans plusieurs des sens indiquer. |