Overzicht
Spaans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. escoria:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor escoria (Spaans) in het Zweeds

escoria:

escoria [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la escoria (canalla; populacho; chusma; )
    slödder
  2. la escoria (morralla; chusma; espuma; )
    avskum; drägg; ohyra
    • avskum [-ett] zelfstandig naamwoord
    • drägg [-ett] zelfstandig naamwoord
    • ohyra [-en] zelfstandig naamwoord
  3. la escoria
    järnslagg

escoria [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el escoria (caracol)
    snigel
    • snigel [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor escoria:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avskum chusma; desechos; escoria; espuma; espumarajo; gentuza; morralla; restos basura; batiburillo; birria; canalla; chusma; codo; cordaje; desechos; desperdicios; despojos; gentuza; guarniciones; hampa; jaeces; jarcias; nidada; pacotilla; plebe; populacho; residuos; trastos; ventregada
drägg chusma; desechos; escoria; espuma; espumarajo; gentuza; morralla; restos basura; batiburillo; birria; codo; desechos; desperdicios; despojos; pacotilla; residuos; trastos
järnslagg escoria
ohyra chusma; desechos; escoria; espuma; espumarajo; gentuza; morralla; restos alimañas; chusma
slödder canalla; chusma; escoria; gentuza; hampa; plebe; populacho canalla; caña de pescar; chusma; gentuza; plebe; populacho; rabotada; vulgo
snigel caracol; escoria

Synoniemen voor "escoria":


Wiktionary: escoria


Cross Translation:
FromToVia
escoria drägg; bottenskrap dregs — the worst and lowest