Overzicht
Spaans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. famélico:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor famélico (Spaans) in het Zweeds

famélico:

famélico [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el famélico (hambrón)
    utsvulten varelse

famélico bijvoeglijk naamwoord

  1. famélico (muerto de hambre)
    utsvulten; utsvultet

Vertaal Matrix voor famélico:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
utsvulten varelse famélico; hambrón
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
utsvulten famélico; muerto de hambre
utsvultet famélico; muerto de hambre

Verwante woorden van "famélico":

  • famélica, famélicas, famélicos

Synoniemen voor "famélico":