Overzicht
Spaans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. grajo:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor grajas (Spaans) in het Zweeds

grajo:

grajo [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el grajo
    råka
    • råka [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor grajo:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
råka grajo
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
råka adoptar; alcanzar; azotar; batir; comer un peón; conmover; dar golpes; emocionar; encontrar; golpear; mover; pegar; revolver; tener suerte; tomar

Verwante woorden van "grajo":

  • grajos, graja, grajas

Synoniemen voor "grajo":


Wiktionary: grajo


Cross Translation:
FromToVia
grajo råka Saatkrähe — ein Singvogel der Familie der Rabenvogel