Overzicht


Spaans

Uitgebreide vertaling voor jubilado (Spaans) in het Zweeds

jubilado:

jubilado bijvoeglijk naamwoord

  1. jubilado
    pensionerat; tillbakadragen; tillbakadraget
  2. jubilado
    pensionerad; pensionerat

jubilado [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el jubilado (pensionista; retirado; anciano; anciana)
    pensionär

Vertaal Matrix voor jubilado:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pensionär anciana; anciano; jubilado; pensionista; retirado anciano; persona de edad avanzada; persona de la tercera edad; persona jubilada
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pensionerad jubilado
pensionerat jubilado
tillbakadragen jubilado apocado; asustadizo; azorado; confuso; desagradable; desconcertado; espantadizo; esquivo; insociable; poco confortable; solitario; tímido
tillbakadraget jubilado apocado; asustadizo; espantadizo; esquivo; tímido

Synoniemen voor "jubilado":