Overzicht
Spaans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. pino:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor pino (Spaans) in het Zweeds

pino:

pino [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el pino
    tall; fura; pinje
    • tall [-en] zelfstandig naamwoord
    • fura [-en] zelfstandig naamwoord
    • pinje [-en] zelfstandig naamwoord
  2. el pino (árbol de Navidad)
    furuträd; gran; tall
    • furuträd zelfstandig naamwoord
    • gran [-en] zelfstandig naamwoord
    • tall [-en] zelfstandig naamwoord
  3. el pino (madera de pino)
    tall
    • tall [-en] zelfstandig naamwoord
  4. el pino (madera de pino)
    tallgrens trä

Vertaal Matrix voor pino:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fura pino
furuträd pino; árbol de Navidad
gran pino; árbol de Navidad abeto
pinje pino
tall madera de pino; pino; árbol de Navidad
tallgrens trä madera de pino; pino

Verwante woorden van "pino":

  • pinos, pina, pinas

Synoniemen voor "pino":


Wiktionary: pino


Cross Translation:
FromToVia
pino tall; fura KieferBotanik: Nadelbaum der Gattung Pinus (zum Beispiel Pinus sylvestris, Kiefer oder Föhre)
pino furuträ; fur; furu KieferHolz aus Kiefern
pino tall; fura pine — tree of the genus Pinus
pino furu pine — pinewood

Verwante vertalingen van pino