Overzicht
Spaans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. hacha:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor hacha (Spaans) in het Zweeds

hacha:

hacha [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la hacha
    yxa
    • yxa [-en] zelfstandig naamwoord

hacha [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el hacha (as; estrella; águila; campeón)
    stjärna
  2. el hacha (adoquines; piedra; roca; )
    sten formning
  3. el hacha (águila; as)
    ljushuvud
  4. el hacha (vivales; as)
    smygare; lurifax
    • smygare [-en] zelfstandig naamwoord
    • lurifax [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor hacha:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ljushuvud as; hacha; águila
lurifax as; hacha; vivales lagarto; lince; malicioso; socarrón; soplón; tipo astuto; viejo zorro
smygare as; hacha; vivales intruso
sten formning adoquines; adoquín; as; cálculo; dado; dominó; ficha; gemas; guijarro; hacha; ladrillo; persona de talento; peñón; piedra; piedras preciosas; roca; águila
stjärna as; campeón; estrella; hacha; águila astro; celebridad; diva; estrella; luz celeste
yxa hacha cuchillo tajador; machete; piqueta

Synoniemen voor "hacha":


Wiktionary: hacha


Cross Translation:
FromToVia
hacha yxa axe — tool
hacha yxa Axt — kurzes, großes, meist mit zwei Händen zu führendes Schlagwerkzeug mit scharfer Klinge (zum Spalten von Holz, zum Zerlegen von Tieren und zu anderem); das älteste Werkzeug zur Bearbeitung von Holz
hacha brandyxa; bila Beil — Kurzes, kleines, meist in einer Hand zu führendes Schlagwerkzeug mit scharfer Klinge (zum Spalten von Holz, zum Zerlegen von Tieren und zu anderem)
hacha yxa; bila hache — Instrument de fer servant à couper

Verwante vertalingen van hacha