Overzicht
Frans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. foret:
  2. forêt:
  3. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor forêt (Frans) in het Duits

foret:

foret [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le foret (perceuse pour bois; fraise; mèche; )
    der Bohrer; die Bohrmaschine; der Holzbohrer
  2. le foret (drille)
    der Drillbohrer

Vertaal Matrix voor foret:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Bohrer foret; fraise; mèche; perceuse; perceuse pour bois; perforatrice; vrille
Bohrmaschine foret; fraise; mèche; perceuse; perceuse pour bois; perforatrice; vrille foreuse; mèche; perceuse; perforatrice; vrille
Drillbohrer drille; foret
Holzbohrer foret; fraise; mèche; perceuse; perceuse pour bois; perforatrice; vrille vrillette

Synoniemen voor "foret":


Wiktionary: foret

foret
noun
  1. Instrument de fer ou d’acier dont on se sert pour faire des trous
foret
noun
  1. stangenartiges Werkzeug zum Herstellen von kreisförmigen Löchern durch drehende Bewegungen

Cross Translation:
FromToVia
foret Zahnbohrer tandartsboor — een soort kleine boor waarmee de tandarts zieke tanden openboort
foret Bohrer boor — een rond zijn as ronddraaiend werktuig om gaten mee te maken
foret Bohrer twist drill — rotating tool used for cutting holes

forêt:

forêt [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la forêt (pays boisé; bois; arbres)
    der Wald; der Busch; der Forst; Waldung
    • Wald [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Busch [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Forst [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Waldung [das ~] zelfstandig naamwoord
  2. la forêt (bois)
    der Wald; Holz; die Waldung
    • Wald [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Holz [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Waldung [die ~] zelfstandig naamwoord
  3. la forêt
    der Wald
    • Wald [der ~] zelfstandig naamwoord
  4. la forêt

Vertaal Matrix voor forêt:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Busch arbres; bois; forêt; pays boisé arbrisseau; arbuste; arrangement de fleurs; botte; bouquet; bouquet de fleurs; broussaille; buisson; faisceau; forêt vierge; fourré; gerbe; gerbe de fleurs; jungle
Forst arbres; bois; forêt; pays boisé
Holz bois; forêt bois; fourré
Wald arbres; bois; forêt; pays boisé
Waldung arbres; bois; forêt; pays boisé
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Gesamtstruktur forêt

Synoniemen voor "forêt":


Wiktionary: forêt

forêt
noun
  1. vaste terrain couvert de bois
forêt
noun
  1. größere von Bäumen dicht bewachsene FlächeZu den sprachlichen Implikationen von „Wald“ siehe: Ludwig M. Eichinger: Der Wald in der deutschen Sprache. Vorgestern, gestern und heute. In: Der Sprachdienst 24, Heft 3, 2008, Seite 2-13.
  2. Forstwirtschaft: zum Zwecke der Nutzung (Jagd, Holzgewinnung) von Menschen gepflegter Waldabschnitt, der einer geregelten Forstwirtschaft unterliegt

Cross Translation:
FromToVia
forêt Gehölz; Forst; Wald; Hain forest — dense collection of trees
forêt Wald woud — groot bos

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van forêt