Frans
Uitgebreide vertaling voor flûter (Frans) in het Duits
flûter: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- fêlé: gebrochen; zerbrochen; kaputt; defekt; durchgebrochen; kaputtgebrochen; zerrissen; angeschlagen; beschädigt; entzwei; ramponiert; schadhaft
- ter: dreimal
- ôter: nehmen aus; ausziehen; freimachen; entblößen; auskleiden; entkleiden; klauen; entwenden; rauben; stehlen; wegnehmen; veruntreuen; hinterziehen; wegschnappen; abhandenmachen; ausnehmen; herausnehmen
Spelling Suggesties voor: flûter
- Searching for suggestions...
Computer vertaling door derden:
Duits
Suggesties voor flûter in het Duits
Spelling Suggesties voor: flûter
- Searching for suggestions...
Computer vertaling door derden: