Home ->Woordenboeken ->Frans/Duits ->Zoek: bosseur

Franse en Duitse zoekresultaten voor: bosseur

Overzicht

Frans naar Duits: Meer gegevens...

bosseur:
- Wiktionary:
  bosseur → Streber, Malocher
  bosseur → Büffler
- Synoniemen voor "bosseur":
  gratteur; travailleur; bûcheur

Frans

Uitgebreide vertaling voor bosseur (Frans) in het Duits

Spelling Suggesties voor: bosseur

bossuer; bosser; bossera; bossent; bossela; bosseler; osseux; boudeur; poseur; bossueux

bosseur:

Synoniemen voor "bosseur":

gratteur; travailleur; bûcheur

Wiktionary: bosseur

bosseur

noun

Quelqu'un qui travaille beaucoup.
- bosseur → Streber

bosseur

noun

besonders mittelwestdeutsch, salopp: Arbeitnehmer, der überwiegend körperlich hart, schwer arbeitet
- Malocher → ouvrier; marneur; bosseur

Cross Translation:

From	To	Via
• bosseur	→ Büffler	↔ swot — one who swots

Computer vertaling door derden:

Duits

Uitgebreide vertaling voor bosseur (Duits) in het Frans

bosseur: ^{(*Woord en zin splitter gebruikt)}

Boss: tête; patron; chef; contremaître; chef d'équipe
EUR: EUR

Spelling Suggesties voor: bosseur

böser; Boss

Computer vertaling door derden: