Overzicht
Frans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. profiteur:
  2. Wiktionary:
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Profiteur:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor profiteur (Frans) in het Duits

profiteur:

profiteur [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le profiteur (exploiteur; vampire; suceur; capitaliste; sangsue)
    der Ausbeuter
  2. le profiteur (pique-assiette; parasite)
    der Schmarotzer; der Parasit; der Profiteur

Vertaal Matrix voor profiteur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Ausbeuter capitaliste; exploiteur; profiteur; sangsue; suceur; vampire capitalistes; exploitants; exploiteurs
Parasit parasite; pique-assiette; profiteur
Profiteur parasite; pique-assiette; profiteur
Schmarotzer parasite; pique-assiette; profiteur parasites

Synoniemen voor "profiteur":


Wiktionary: profiteur

profiteur
noun
  1. péjoratif|fr personne qui tire profit d'une chose ou d'une situation, de façon malhonnête.

Cross Translation:
FromToVia
profiteur opportunistisch opportunistic — said of people who will take advantage of situations



Duits

Uitgebreide vertaling voor profiteur (Duits) in het Frans

Profiteur:

Profiteur [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Profiteur (Schmarotzer; Parasit)
    le parasite; le pique-assiette; le profiteur

Vertaal Matrix voor Profiteur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
parasite Parasit; Profiteur; Schmarotzer Arbeitstier; Arschkrieger; Kriecher; Lebenskünstler; Schleicher; Speichellecker
pique-assiette Parasit; Profiteur; Schmarotzer Arbeitstier; Arschkrieger; Kriecher; Schleicher; Speichellecker
profiteur Parasit; Profiteur; Schmarotzer Ausbeuter

Synoniemen voor "Profiteur":


Wiktionary: Profiteur

Profiteur