Overzicht
Frans naar Duits: Meer gegevens...
-
présent:
- Geschenk; Gegenwart; Donation; Spende; Schenkung; Gift; Geldgeschenk; Stiftung; Gabe; Geldspende; Zuwendung; Gefälligkeit; Geburtstaggeschenk
- aktuell; heutig; gegenwärtig; im Moment; jetzt; derzeitig; im Augenblick; momentan; augenblicklich; modern; kontemporän; zeitgemäß; neu; neuzeitlich; zeitgenössisch; gleichzeitig; frisch; fortgeschritten; zugegen; unbenutzt; bestehende; zur Verfügung stehende; bestehend; existierend; verfügbar; vorhanden; zur Verfügung; auf Lager; vorrätig; jetzig; in diesem Moment
- présent!:
- Wiktionary:
Frans
Uitgebreide vertaling voor présent (Frans) in het Duits
présent:
-
le présent (cadeau; petit cadeau; gentillesse; don; dons; petit rien)
-
le présent (heure actuelle)
-
le présent (donation; don; cadeau)
Geschenk; die Donation; die Spende; die Schenkung; Gift; Geldgeschenk; die Stiftung; die Gabe; die Geldspende; die Zuwendung; die Gefälligkeit -
le présent (cadeau d'anniversaire; don; gentillesse; petit cadeau; petit rien)
-
présent (actuel; actuellement; de nos jours; pour le moment; provisoirement; pour l'instant; d'aujourd'hui; à l'heure actuelle)
-
présent (d'aujourd'hui; actuel; de nos jours; courant)
aktuell; gegenwärtig; im Moment; jetzt; derzeitig; im Augenblick; momentan; augenblicklich-
aktuell bijvoeglijk naamwoord
-
gegenwärtig bijvoeglijk naamwoord
-
im Moment bijvoeglijk naamwoord
-
jetzt bijvoeglijk naamwoord
-
derzeitig bijvoeglijk naamwoord
-
im Augenblick bijvoeglijk naamwoord
-
momentan bijvoeglijk naamwoord
-
augenblicklich bijvoeglijk naamwoord
-
-
présent (actuel; contemporain; moderne; qui est propre à une époque; de nos jours; libéral; d'aujourd'hui)
modern; aktuell; kontemporän; zeitgemäß; neu; heutig; neuzeitlich; derzeitig; zeitgenössisch; gleichzeitig; gegenwärtig; frisch; fortgeschritten; zugegen; unbenutzt-
modern bijvoeglijk naamwoord
-
aktuell bijvoeglijk naamwoord
-
kontemporän bijvoeglijk naamwoord
-
zeitgemäß bijvoeglijk naamwoord
-
neu bijvoeglijk naamwoord
-
heutig bijvoeglijk naamwoord
-
neuzeitlich bijvoeglijk naamwoord
-
derzeitig bijvoeglijk naamwoord
-
zeitgenössisch bijvoeglijk naamwoord
-
gleichzeitig bijvoeglijk naamwoord
-
gegenwärtig bijvoeglijk naamwoord
-
frisch bijvoeglijk naamwoord
-
fortgeschritten bijvoeglijk naamwoord
-
zugegen bijvoeglijk naamwoord
-
unbenutzt bijvoeglijk naamwoord
-
-
présent (existant; en vigueur; concret)
bestehende; zur Verfügung stehende-
bestehende bijvoeglijk naamwoord
-
zur Verfügung stehende bijvoeglijk naamwoord
-
-
présent (existant)
-
présent (en stock; disponible; en magasin; en réserve)
verfügbar; vorhanden; zur Verfügung; auf Lager; vorrätig-
verfügbar bijvoeglijk naamwoord
-
vorhanden bijvoeglijk naamwoord
-
zur Verfügung bijvoeglijk naamwoord
-
auf Lager bijvoeglijk naamwoord
-
vorrätig bijvoeglijk naamwoord
-
-
présent (contemporain; actuellement; de nos jours; dans ces temps; actuel; d'aujourd'hui; à l'heure actuelle)
gegenwärtig; heutig; derzeitig; aktuell-
gegenwärtig bijvoeglijk naamwoord
-
heutig bijvoeglijk naamwoord
-
derzeitig bijvoeglijk naamwoord
-
aktuell bijvoeglijk naamwoord
-
-
présent (actuel; contemporain)
Vertaal Matrix voor présent:
Synoniemen voor "présent":
Wiktionary: présent
présent
Cross Translation:
adjective
présent
-
Là où l’on est
- présent → anwesend
-
Temps qui se déroule en ce moment
- présent → Gegenwart
adjective
-
meist attributiv: gegenwärtig, der jetzigen Zeit
-
zur Zeit gegeben, vorhanden
-
Verbform im Präsens [1]
-
Linguistik: Zeitform, die, aus Sicht des Sprechers, ein Geschehen als gegenwärtig bezeichnet
-
die in Form eines Geschenkes[1] überlassene Sache (oft liebevoll verpackt)
-
Übertragung des Eigentums an einer Sache ohne Erwartung einer Gegenleistung
-
Linguistik: deutsche Bezeichnung für Präsens; eine Zeitform von Verben, die aktuelles Geschehen anzeigt
-
das zeitliche Jetzt zwischen der Vergangenheit und der Zukunft
-
veraltet: Geschenk
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• présent | → besuchen; teilnehmen | ↔ attend — to be present at |
• présent | → Geschenk; Spende; Präsent | ↔ gift — Something given to another voluntarily, without charge |
• présent | → gegenwärtig; jetzig | ↔ present — pertaining to the current time |
• présent | → anwesend | ↔ present — in the immediate vicinity |
• présent | → Gegenwart; Jetzt | ↔ present — current time |
• présent | → Präsens | ↔ present tense — form of language |
• présent | → Gegenwart | ↔ simple present — present tense |
• présent | → Präsens | ↔ tegenwoordige tijd — taalkunde|nld de aanduiding dat het huidige moment bedoeld wordt |
• présent | → anwesend | ↔ tegenwoordig — aanwezig |
• présent | → anwesend | ↔ aanwezig — tegenwoordig zijn, er zijn (van mensen) |
présent!:
-
présent!
Vertaal Matrix voor présent!:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
anwesend | présent! | |
zugegen | présent! | actuel; contemporain; d'aujourd'hui; de nos jours; libéral; moderne; présent; qui est propre à une époque |
Computer vertaling door derden: