Overzicht
Frans naar Duits: Meer gegevens...
- de:
- dé:
-
Wiktionary:
- de → aus, von, zu, samt, ein rosiges Bild zeichnen, ein düsteres Bild zeichnen, beenden, aufringen, abkommen, Chomez batteln, über, Tacheles reden, um den Dreh, verantwortlich zeichnen, von etwas Wind bekommen, vor, zeichnen, der, -s, ersetzen
- de → anzeigen, vermasseln, verwanzen, zutexten, verzeigen
- de → Kustode, Chomez
- de → zwäg
- dé → de, Würfel
- dé → Würfel
Duits naar Frans: Meer gegevens...
-
öde:
- délaissé; désolé; abandonné; ennuyeux; monotone; ennuyant; morne; assommant; ennuyeusement; de manière monotone; de manière ennuyeuse; lassant; désagréable; sec; aride; desséché; stérile; infertile; languissamment; fastidieux; fastidieusement; désert; dépeuplé; mort; à l'abandon; pauvre; pitoyable; mince; maigre; dépourvu; défavorisé; misérable; frêle; fluet; sombre; âpre; aigre; virulent; ulcéré; irrité; furieux; agressif; enragé; en colère; âcre; aigri; aigrement; âprement; férocement; furieusement; fou de rage; fâché contre; irrité contre; inférieur; subalterne; frugal; rêche; seul; solitaire; isolé; solitairement
- Öde:
- Wiktionary:
Frans
Uitgebreide vertaling voor de (Frans) in het Duits
de:
Vertaal Matrix voor de:
Preposition | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
zu | à | |
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
auf | après; de; en; sur; à | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
von | de; en; à | |
zu | jusqu'à ce que | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ab | de; à partir de | depuis; depuis le moment où; loin; où; pendant ce temps; pendant que; tandis que |
an | après; au-dessus; dans; de; dessus; en; là; sur; y; à; à côté de | près de |
an der Seite von | de; du côté de | |
dazu | au-dessus; dans; de; dessus; en; là; sur; y; à; à côté de | au commencement; c'est pourquoi; devant; en; en avant; en premier lieu; en tête; en échange; passe encore; pour cela; sur le devant; y; à cet effet; à l'avant; à l'entrée; à la place; à la rigueur |
in | dans; de; en; par; à | |
von hier | de; depuis; dès | |
von..an | de; à partir de | |
zu | dans; de; en; par; à | en; près de; vers; à; à quoi |
Synoniemen voor "de":
Wiktionary: de
de
de
Cross Translation:
-
Dativ|: zusammen mit
- samt → de; avec; accompagné
-
(etwas oder jemanden) höchst erfreulich charakterisieren, darlegen, schildern
- ein rosiges Bild zeichnen → présenter un tableau reluisant; présenter un tableau brillant; présenter un bon tableau; peindre un tableau splendide; présenter un beau tableau; peindre un tableau rutilant; peindre un tableau en rose; peindre un tableau reluisant; peindre un tableau brillant; offre un tableau brillant; former un tableau brillant; dresser un tableau reluisant; dresser un bon tableau; dresser un tableau lumineux; dresser un tableau brillant; dresser un beau tableau; composer un tableau radieux; brosser un tableau rose; brosser un tableau reluisant; brosser un tableau lustré; brosser un tableau lumineux; brosser un tableau brillant; de; brosser un tableau fiable
-
(etwas oder jemanden) bedrückend negativ, pessimistisch charakterisieren, darlegen, schildern
- ein düsteres Bild zeichnen → présenter un tableau sombre; présenter un sombre tableau; peindre un tableau sombre; peindre un sombre tableau; esquisser un sombre tableau; dresser un tableau sombre; dresser un sombre tableau; dépeindre un tableau sombre; dépeindre un sombre tableau; décrire un sombre tableau; brosser un tableau répugnant; brosser un tableau sombre; brosser un tableau monstrueux; brosser un tableau négatif; brosser un tableau pessimiste; quelqu'un; quelque chose; brosser un tableau mitigé; brosser un sombre tableau; de
-
(transitiv) mit etwas aufhören, etwas zum Abschluss bringen, eine Tätigkeit einstellen
-
mit Dativ: von drinnen nach draußen
-
mit Dativ: die Herkunft bezeichnend
-
-
- aufringen; abkommen; Chomez batteln; über → à; un; anneau; sortir; du; sommeil; attacher; mettre; pour; se; relever; de; efforcer; faire effort; lutter; faire; des; couler; lever; réussite; amaigrir; décharner; efflanquer; émacier; maigrir; avoir; démoder; passer de mode; quelque chose; détacher; éloigner; quelqu’un; dégager; abandonner; défaire; prendre; le; départ; renoncer; priver; départir; cesser; écarter; dévier; dériver; origine; tirer; son; remonter; provenir; dans; originer; issu; issue; être; descendre; sa; situation; la; clarifier; encombrante; débarrasser; Pâque juive; veille; hametz; au-dessus de; sur; par
-
(umgangssprachlich) (jemandem gegenüber) ganz offen und freimütig seine Meinung äußern
-
so in etwa, so ungefähr
-
Amtssprache, verantwortlich zeichnen für etwas: die übertragene Verantwortung ausübend seine Unterschrift unter etwas setzen
-
Ursprung räumlicher oder zeitlicher Veränderung, Herkunft, Gegenstand der Betrachtung, Ursache, sonstige Verhältnisse
-
getrennt stehender Namenszusatz vor Familiennamen (des ehemaligen Adels)
-
(umgangssprachlich) etwas vorzeitig in Erfahrung bringen
-
Bezeichnung der Ursache oder des Grundes eines Sachverhalts
- vor → de; à cause de
-
(transitiv); im übertragenen Sinne: schildern; (in literarischen Darbietungen und Texten) Figuren, Charaktere mittels Zeichen, Sprachstil, Gesten, in Haltung und Miene interagierend handeln lassen
-
transitiv: der Polizei oder Staatsanwaltschaft eine von jemandem verübte Straftat mitteilen
- anzeigen → quelqu’un; à; quelque chose; de; faire part; annoncer; pour; porter plainte; contre; accuser
-
(transitiv); salopp: etwas, was einen anderen betrifft, absichtlich oder absichtslos zum Scheitern bringen
- vermasseln → faire; avorter; quelque chose; de; quelqu’un; bousiller; capoter; contrecarrer; déjouer; échouer; louper; fucker
-
-
-
Schweiz, Liechtenstein; transitiv: der Polizei oder Staatsanwaltschaft eine von jemandem verübte Straftat mitteilen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• de | → über | ↔ about — concerning |
• de | → von | ↔ by — indicates creator of a work |
• de | → von; aus | ↔ from — with the source or provenance of or at |
• de | → vor; von | ↔ from — with the separation, exclusion or differentiation of |
• de | → zu | ↔ in order to — as a means of achieving the specified aim |
• de | → aus | ↔ of — containing, comprising or made from |
• de | → der | ↔ of — connecting numeral or quantifier with quantified |
• de | → über; von | ↔ of — introducing subject matter |
• de | → von | ↔ of — possessive genitive: belonging to |
• de | → -s; von | ↔ 's — possessive marker |
• de | → ersetzen | ↔ substitute — to use in place of something else, with the same function |
• de | → von | ↔ van — geeft herkomst aan |
• de | → von | ↔ van — geeft bezit aan |
• de | → aus | ↔ uit — geeft aan van welke plaats iets komt |
dé:
Vertaal Matrix voor dé:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Würfel | cube; dé | cube; fragment; morceau; partie |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Würfel | cube |
Synoniemen voor "dé":
Verwante vertalingen van de
Duits
Uitgebreide vertaling voor de (Duits) in het Frans
öde:
-
öde (desolat)
-
öde (langweilig; eintönig; fahl; schlafbringend; fade; geisttötend; geistlos; einförmig)
ennuyeux; monotone; ennuyant; morne; assommant; ennuyeusement; de manière monotone; de manière ennuyeuse-
ennuyeux bijvoeglijk naamwoord
-
monotone bijvoeglijk naamwoord
-
ennuyant bijvoeglijk naamwoord
-
morne bijvoeglijk naamwoord
-
assommant bijvoeglijk naamwoord
-
ennuyeusement bijvoeglijk naamwoord
-
de manière monotone bijvoeglijk naamwoord
-
de manière ennuyeuse bijvoeglijk naamwoord
-
-
öde (eintönig; langweilig; fade; dösig; abgeschmackt)
ennuyeux; monotone; ennuyant; ennuyeusement; lassant; de manière monotone; de manière ennuyeuse-
ennuyeux bijvoeglijk naamwoord
-
monotone bijvoeglijk naamwoord
-
ennuyant bijvoeglijk naamwoord
-
ennuyeusement bijvoeglijk naamwoord
-
lassant bijvoeglijk naamwoord
-
de manière monotone bijvoeglijk naamwoord
-
de manière ennuyeuse bijvoeglijk naamwoord
-
-
öde (schwerlich; lästig; sauer; schwierig; unangenehm; langweilig; mies; hinderlich; beschwerlich; schwer; problematisch; unbequem; mühsam)
-
öde (vertrocknet; trocken; dürr; karg; fruchtlos; welk; unfruchtbar)
-
öde (nicht abgelenkt; langweilig; fade; geistlos; geisttötend)
ennuyeux; monotone; languissamment; fastidieux; lassant; fastidieusement; ennuyeusement-
ennuyeux bijvoeglijk naamwoord
-
monotone bijvoeglijk naamwoord
-
languissamment bijvoeglijk naamwoord
-
fastidieux bijvoeglijk naamwoord
-
lassant bijvoeglijk naamwoord
-
fastidieusement bijvoeglijk naamwoord
-
ennuyeusement bijvoeglijk naamwoord
-
-
öde (ausgestorben; menschenleer; verlassen)
désert; dépeuplé; mort; à l'abandon-
désert bijvoeglijk naamwoord
-
dépeuplé bijvoeglijk naamwoord
-
mort bijvoeglijk naamwoord
-
à l'abandon bijvoeglijk naamwoord
-
-
öde (dürftig; spärlich; schmächtig; miserabel; empfindlich; knapp; klein; schwach; winzig; geringfügig; sparsam; mager; hager; kläglich; eng; fein; schlecht; gering; hohl; dünn; karg; hinfällig; schlapp; hilflos; schlaff; schäbig; handlich; unscheinbar; ungültig; zerbrechlich; flau; schütter; nichtig; vergänglich; gedrungen; grundlos; kärglich; schadhaft; gebrechlich; schwächlich; kränklich; sehrklein)
-
öde
-
öde (bitter entäuscht; verbittert; hell; wütend; hart; wüst; roh; tüchtig; wild; grell; heftig; bissig; rüde; rasend; grimmig; stürmisch; höllisch; schneidig; klirrend; tobend; schnippisch; haarig; gellend; beißend; geharnischt)
âpre; aigre; virulent; ulcéré; irrité; furieux; agressif; enragé; en colère; âcre; aigri; aigrement; âprement; férocement; furieusement; fou de rage; fâché contre; irrité contre-
âpre bijvoeglijk naamwoord
-
aigre bijvoeglijk naamwoord
-
virulent bijvoeglijk naamwoord
-
ulcéré bijvoeglijk naamwoord
-
irrité bijvoeglijk naamwoord
-
furieux bijvoeglijk naamwoord
-
agressif bijvoeglijk naamwoord
-
enragé bijvoeglijk naamwoord
-
en colère bijvoeglijk naamwoord
-
âcre bijvoeglijk naamwoord
-
aigri bijvoeglijk naamwoord
-
aigrement bijvoeglijk naamwoord
-
âprement bijvoeglijk naamwoord
-
férocement bijvoeglijk naamwoord
-
furieusement bijvoeglijk naamwoord
-
fou de rage bijvoeglijk naamwoord
-
fâché contre bijvoeglijk naamwoord
-
irrité contre bijvoeglijk naamwoord
-
-
öde (dürr; schal; trocken; schofel; karg; schäbig; unfruchtbar; kärglich)
-
öde (vereinsamt; einsam; verlassen)
seul; solitaire; délaissé; isolé; solitairement-
seul bijvoeglijk naamwoord
-
solitaire bijvoeglijk naamwoord
-
délaissé bijvoeglijk naamwoord
-
isolé bijvoeglijk naamwoord
-
solitairement bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor öde:
Synoniemen voor "öde":
Öde:
-
die Öde (Leere; Leerheit)
-
die Öde (Einöde; öde Landschaft; trostloses Gebiet)
Vertaal Matrix voor Öde:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
entourage désolé | Einöde; trostloses Gebiet; Öde; öde Landschaft | |
vacuité | Leere; Leerheit; Öde | |
vide | Leere; Leerheit; Öde | Hiatus; Hohlheit; Hohlraum; Leck; Leere; Loch; Lücke; Mangel; Manko; Nichts; Punktion; Spalte; Undichtigkeit; Vakuum; undichte Stelle; Öffnung |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
vide | blanko; frei; geistlos; hohl; inhaltslos; ledig; leer; luftleer; offen; ohne Aufgabe; ohne Auftrag; unausgefüllt; unbebaut; unbesetzt; vakuum |
Synoniemen voor "Öde":
Wiktionary: Öde
Öde
noun
-
à trier