Overzicht
Frans naar Duits: Meer gegevens...
-
violent:
- aggressiv; gewalttätig; gewaltsam; rüde; brutal; wild; stürmisch; struppig; schwer; stark; roh; scharf; schroff; störrisch; unsanft; ungestüm; zottig; unzart; stoppelig; zutäppisch; schrill; höllisch; anzüglich; gellend; grell; grossartig; toll; riesig; kochend; siedend; rauh; grob; haarig; angreifend; heftig; leidenschaftlich; hitzig; zornig; jähzornig; auffahrend; intens; intensiv; gewaltig; spitzig; bissig; bitter
- violer:
-
Wiktionary:
- violent → gewalttätig, gewaltsam, fest
- violent → ungestüm, heftig, gewaltig, brutal, gewalttätig, gewaltbereit
- violer → verletzen, brechen, vergewaltigen, schänden
- violer → vergewaltigen, schänden, nehmen, verletzen
Frans
Uitgebreide vertaling voor violent (Frans) in het Duits
violent:
-
violent (agressif; violemment; agressivement; sauvage; rude; brutal; brutalement; rudement; sauvagement)
aggressiv; gewalttätig; gewaltsam; rüde; brutal; wild; stürmisch; struppig; schwer; stark; roh; scharf; schroff; störrisch; unsanft; ungestüm; zottig; unzart; stoppelig; zutäppisch-
aggressiv bijvoeglijk naamwoord
-
gewalttätig bijvoeglijk naamwoord
-
gewaltsam bijvoeglijk naamwoord
-
rüde bijvoeglijk naamwoord
-
brutal bijvoeglijk naamwoord
-
wild bijvoeglijk naamwoord
-
stürmisch bijvoeglijk naamwoord
-
struppig bijvoeglijk naamwoord
-
schwer bijvoeglijk naamwoord
-
stark bijvoeglijk naamwoord
-
roh bijvoeglijk naamwoord
-
scharf bijvoeglijk naamwoord
-
schroff bijvoeglijk naamwoord
-
störrisch bijvoeglijk naamwoord
-
unsanft bijvoeglijk naamwoord
-
ungestüm bijvoeglijk naamwoord
-
zottig bijvoeglijk naamwoord
-
unzart bijvoeglijk naamwoord
-
stoppelig bijvoeglijk naamwoord
-
zutäppisch bijvoeglijk naamwoord
-
-
violent (aigu; suraigu; perçant; mordant; pointu; strident; criard)
-
violent (formidable; magnifique; fantastique; génial; mirobolant; prodigieux; fameux; énorme; véhément; inégalé; fort; grand; démesuré; furieux; extrême)
grossartig; toll; riesig-
grossartig bijvoeglijk naamwoord
-
toll bijvoeglijk naamwoord
-
riesig bijvoeglijk naamwoord
-
-
violent (enragé; sauvage)
-
violent (qui a la main lourde; rude; brutalement; brutal; rudement; violemment)
rauh; wild; grob; rüde; roh; brutal; unzart; gewaltsam; schroff; gewalttätig; unsanft; haarig-
rauh bijvoeglijk naamwoord
-
wild bijvoeglijk naamwoord
-
grob bijvoeglijk naamwoord
-
rüde bijvoeglijk naamwoord
-
roh bijvoeglijk naamwoord
-
brutal bijvoeglijk naamwoord
-
unzart bijvoeglijk naamwoord
-
gewaltsam bijvoeglijk naamwoord
-
schroff bijvoeglijk naamwoord
-
gewalttätig bijvoeglijk naamwoord
-
unsanft bijvoeglijk naamwoord
-
haarig bijvoeglijk naamwoord
-
-
violent
angreifend-
angreifend bijvoeglijk naamwoord
-
-
violent (impétuex; impétueusement; véhément; violemment)
heftig; stürmisch; leidenschaftlich; hitzig; zornig; jähzornig; ungestüm; auffahrend-
heftig bijvoeglijk naamwoord
-
stürmisch bijvoeglijk naamwoord
-
leidenschaftlich bijvoeglijk naamwoord
-
hitzig bijvoeglijk naamwoord
-
zornig bijvoeglijk naamwoord
-
jähzornig bijvoeglijk naamwoord
-
ungestüm bijvoeglijk naamwoord
-
auffahrend bijvoeglijk naamwoord
-
-
violent (vif; vive; véhément; violemment)
heftig; intens; leidenschaftlich; hitzig; ungestüm-
heftig bijvoeglijk naamwoord
-
intens bijvoeglijk naamwoord
-
leidenschaftlich bijvoeglijk naamwoord
-
hitzig bijvoeglijk naamwoord
-
ungestüm bijvoeglijk naamwoord
-
-
violent (fort; intensif; intensivement; intensément; intense; fortement; vigoureusement; énergiquement; vif; vivement; vigoureux; violemment; énergique)
-
violent (vif; coupant; aigu; acerbe; pointu; passionné; tranchant; aigre; avec virulence; fervent; perçant; dur; fin; net; sévère; rigoureux; rigide; rude; intense; perspicace; piquant; sévèrement; rigoureusement; strictement; cuisant; aigrement)
-
violent (amer; vif; âpre; infernal; endiablé; furieux; acerbe; enragé; fervent)
Vertaal Matrix voor violent:
Synoniemen voor "violent":
Wiktionary: violent
violent
Cross Translation:
adjective
-
dazu neigend, andere wiederholt und auffällig unprovoziert (bzw. durch Kleinigkeiten provoziert) oder unangebracht physisch (auch tödlich) zu verletzen
-
unter Anwendung von Gewalt, Gewalt ausführend
-
vollkommen, vollständig, energisch, von hoch Intensität, Stärke, mit großer Macht, Wucht
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• violent | → ungestüm | ↔ impetuous — characterized by sudden and violent force |
• violent | → heftig; gewaltig; brutal; gewalttätig | ↔ violent — involving extreme force or motion |
• violent | → gewaltbereit | ↔ violent — likely to use physical force |
violer:
violer werkwoord (viole, violes, violons, violez, violent, violais, violait, violions, violiez, violaient, violai, violas, viola, violâmes, violâtes, violèrent, violerai, violeras, violera, violerons, violerez, violeront)
-
violer
vergewaltigen; verletzen; beugen-
vergewaltigen werkwoord (vergewaltige, vergewaltigst, vergewaltigt, vergewaltigte, vergewaltigtet, vergewaltigt)
-
-
violer (déshonorer; faire violence; attaquer; diffamer; agresser; porter atteinte à; abuser de)
-
violer (profaner; calomnier; diffamer)
-
violer (agir contre)
zuwiderhandeln-
zuwiderhandeln werkwoord (handele zuwider, handelst zuwider, handelt zuwider, handelte zuwider, handeltet zuwider, zuwidergehandelt)
-
Conjugations for violer:
Présent
- viole
- violes
- viole
- violons
- violez
- violent
imparfait
- violais
- violais
- violait
- violions
- violiez
- violaient
passé simple
- violai
- violas
- viola
- violâmes
- violâtes
- violèrent
futur simple
- violerai
- violeras
- violera
- violerons
- violerez
- violeront
subjonctif présent
- que je viole
- que tu violes
- qu'il viole
- que nous violions
- que vous violiez
- qu'ils violent
conditionnel présent
- violerais
- violerais
- violerait
- violerions
- violeriez
- violeraient
passé composé
- ai violé
- as violé
- a violé
- avons violé
- avez violé
- ont violé
divers
- viole!
- violez!
- violons!
- violé
- violant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles
Vertaal Matrix voor violer:
Synoniemen voor "violer":
Wiktionary: violer
violer
Cross Translation:
verb
violer
-
Enfreindre, porter atteinte à, attenter à
-
Avoir un rapport sexuel avec quelqu’un sans son consentement
- violer → vergewaltigen
verb
-
sexuell misshandeln, die sexuelle Unschuld einer Person rauben
-
von Personen: jemanden unter Gebrauch oder Androhung von Gewalt gegen seinen Willen zum Geschlechtsverkehr zwingen
-
etwas (eine Grenze, ein Gesetz) übertreten, nicht einhalten, nicht beachten
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• violer | → vergewaltigen; schänden | ↔ rape — force sexual intercourse |
• violer | → nehmen | ↔ take — to have sex with |
• violer | → verletzen | ↔ violate — to break or fail to act by rules |