Frans
Uitgebreide vertaling voor boulotter (Frans) in het Duits
boulotter: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- boulot: Stelle; Stellung; Position; Funktion; Arbeitsplatz; Wirkungskreis; Tätigkeit; Arbeit; Beschäftigung; Aufgabe; Dickerchen; Lohnarbeit; Fettkloß; Freßsack; Dicksack; Fettsäcke; Fettklöße; Fettsack; Dickwanst; Kugel; Dreckskerl; Bausch; Pfropf; kleine und dicke Person
- ter: dreimal
- ôter: nehmen aus; ausziehen; freimachen; entblößen; auskleiden; entkleiden; klauen; entwenden; rauben; stehlen; wegnehmen; veruntreuen; hinterziehen; wegschnappen; abhandenmachen; ausnehmen; herausnehmen
Spelling Suggesties voor: boulotter
- Searching for suggestions...
boulotter:
Synoniemen voor "boulotter":
Wiktionary: boulotter
boulotter
-
-
- fressen → propager; cheminer; ravager; toucher; attaquer; corroder; pénétrer; absorber; consommer; dilapider; tortorer; user; ronger; dépenser; saper; taper; beurre; à; poignée(s); empaffer; friponner; fripouner; goinfrer; grailler; prendre; le; becqueter; becter; bouffer; boulotter; briffer; croûter; dévorer; manger; bâfrer
Computer vertaling door derden:
Duits
Suggesties voor boulotter in het Duits
Spelling Suggesties voor: boulotter
- Searching for suggestions...
Computer vertaling door derden: