Home ->Woordenboeken ->Frans/Duits ->Zoek: autonomie

Franse en Duitse zoekresultaten voor: autonomie

Overzicht

Frans naar Duits: Meer gegevens...

autonomie:
- Autonomie; Selbständigkeit; Unabhängigkeit; Ungebundenheit; Freiheit; Selbstverwaltung
Wiktionary:
- autonomie → Reichweite, Autonomie
- autonomie → Autonomie, Selbständigkeit, Selbstständigkeit, Selbstversorgung

Duits naar Frans: Meer gegevens...

Autonomie:
- autonomie
Wiktionary:
- Autonomie → autonomie
- Autonomie → autonomie

Frans

Uitgebreide vertaling voor autonomie (Frans) in het Duits

autonomie:

autonomie [la ~] zelfstandig naamwoord

l'autonomie
die Autonomie
- Autonomie [die ~] zelfstandig naamwoord
l'autonomie (indépendance)
die Selbständigkeit; die Unabhängigkeit; die Ungebundenheit; die Freiheit
- Selbständigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Unabhängigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Ungebundenheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Freiheit [die ~] zelfstandig naamwoord
l'autonomie (autogestion)
die Selbstverwaltung
- Selbstverwaltung [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor autonomie:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Autonomie	autonomie
Freiheit	autonomie; indépendance	indépendance; liberté; libertés
Selbstverwaltung	autogestion; autonomie	administration indépendante; autogestion
Selbständigkeit	autonomie; indépendance	indépendance; liberté
Unabhängigkeit	autonomie; indépendance	indépendance; liberté
Ungebundenheit	autonomie; indépendance	indépendance; liberté

Synoniemen voor "autonomie":

autarcie; autoconsommation; autosuffisance; isolement; séparatisme; isolationnisme; indépendance; souveraineté; liberté; identité; autogestion; nationalisme; particularisme; délivrance

Wiktionary: autonomie

autonomie

noun

Flugweite
- Reichweite → autonomie; autonomie de vol
Möglichkeit, sich ohne ungewollten Einfluss von außen selbst organisieren zu können
- Autonomie → autonomie

Cross Translation:

From	To	Via
• autonomie	→ Autonomie	↔ autonomy — self-government
• autonomie	→ Selbständigkeit; Selbstständigkeit	↔ self-reliance — independence
• autonomie	→ Selbstversorgung	↔ self-sufficiency — condition of being self-sufficient

Computer vertaling door derden:

Duits

Uitgebreide vertaling voor autonomie (Duits) in het Frans

Autonomie:

Autonomie [die ~] zelfstandig naamwoord

die Autonomie
l'autonomie
- autonomie [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Autonomie:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
autonomie	Autonomie	Freiheit; Selbstverwaltung; Selbständigkeit; Unabhängigkeit; Ungebundenheit

Synoniemen voor "Autonomie":

Eigenständigkeit; Ich-Stärke; Mündigkeit; Selbstbestimmung; Selbstgesetzgebung; Selbstständigkeit; Selbstverwaltung; Selbständigkeit
Eigenverantwortlichkeit; Selbstkontrolle; Souveränität; Triebkontrolle

Wiktionary: Autonomie

Autonomie

noun

Möglichkeit, sich ohne ungewollten Einfluss von außen selbst organisieren zu können
- Autonomie → autonomie

Cross Translation:

From	To	Via
• Autonomie	→ autonomie	↔ autonomy — self-government

Computer vertaling door derden: