Overzicht
Frans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. avril:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor avril (Frans) in het Duits

avril:

avril [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'avril
    der April
    • April [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor avril:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
April avril

Wiktionary: avril

avril
noun
  1. quatrième mois de l’année dans le calendrier grégorien, il placer entre mars et mai et il durer 30 jours.
avril
noun
  1. der vierte Monat des Gregorianischen Kalenders

Cross Translation:
FromToVia
avril Ostermond; April April — fourth month of the Gregorian calendar

Computer vertaling door derden: