Home ->Woordenboeken ->Frans/Duits ->Zoek: blindé

Franse en Duitse zoekresultaten voor: blindé

Overzicht
Frans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. blindé:
  2. blinder:
  3. Wiktionary:
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Blinde:
  2. Wiktionary:

Frans

Uitgebreide vertaling voor blindé (Frans) in het Duits

blindé:

blindé bijvoeglijk naamwoord

  1. blindé (à l'épreuve des bombes)
    bombensicher; bombenfrei
  2. blindé (cuirassé)
    gepanzert
  3. blindé (cuirassé)
    gepanzert; geharnischt

Vertaal Matrix voor blindé:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gepanzert blindé; cuirassé
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bombenfrei blindé; à l'épreuve des bombes
bombensicher blindé; à l'épreuve des bombes
geharnischt blindé; cuirassé agressif; aigre; aigrement; aigri; brutalement; cruel; cruellement; en colère; enragé; fou de rage; furieusement; furieux; fâché contre; férocement; impitoyable; inhumain; irrité; irrité contre; ulcéré; virulent; âcre; âpre; âprement

Synoniemen voor "blindé":


Wiktionary: blindé

Cross Translation:
FromToVia
• blindé → schusssicher; kugelsicher ↔ bulletproof — capable of withstanding a bullet

blinder:

blinder werkwoord (blinde, blindes, blindons, blindez, )

  1. blinder (couvrir; cuirasser)
    abdecken; abblenden; abschirmen
    • abdecken werkwoord (decke ab, deckst ab, deckt ab, deckte ab, decktet ab, abgedeckt)
    • abblenden werkwoord (blende ab, blendest ab, blendet ab, blendete ab, blendetet ab, abgeblendet)
    • abschirmen werkwoord (schirme ab, schirmst ab, schirmt ab, schirmte ab, schirmtet ab, abgeschirmt)
  2. blinder (armer; se cuirasser)
    bewaffnen
    • bewaffnen werkwoord (bewaffne, bewaffnst, bewaffnt, bewaffnte, bewaffntet, bewaffnet)
  3. blinder (cuirasser; armer)
    bewehren; bewaffnen
    • bewehren werkwoord (bewehre, bewehrst, bewehrt, bewehrte, bewehrtet, bewehrt)
    • bewaffnen werkwoord (bewaffne, bewaffnst, bewaffnt, bewaffnte, bewaffntet, bewaffnet)

Conjugations for blinder:

Présent
  1. blinde
  2. blindes
  3. blinde
  4. blindons
  5. blindez
  6. blindent
imparfait
  1. blindais
  2. blindais
  3. blindait
  4. blindions
  5. blindiez
  6. blindaient
passé simple
  1. blindai
  2. blindas
  3. blinda
  4. blindâmes
  5. blindâtes
  6. blindèrent
futur simple
  1. blinderai
  2. blinderas
  3. blindera
  4. blinderons
  5. blinderez
  6. blinderont
subjonctif présent
  1. que je blinde
  2. que tu blindes
  3. qu'il blinde
  4. que nous blindions
  5. que vous blindiez
  6. qu'ils blindent
conditionnel présent
  1. blinderais
  2. blinderais
  3. blinderait
  4. blinderions
  5. blinderiez
  6. blinderaient
passé composé
  1. ai blindé
  2. as blindé
  3. a blindé
  4. avons blindé
  5. avez blindé
  6. ont blindé
divers
  1. blinde!
  2. blindez!
  3. blindons!
  5. blindé
  6. blindant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor blinder:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abdecken s'assuré contre; se préservé de
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abblenden blinder; couvrir; cuirasser baisser; desservir; débarrasser; débarrasser la table; estomper; nettoyer
abdecken blinder; couvrir; cuirasser abriter; borner; clôturer; couvrir; desservir; débarrasser; débarrasser la table; dépouiller; liquider; mettre à l'abri de; nettoyer; protéger; préserver; ranger; recouvrir; s'assurer contre; sauvegarder; se couvrir contre; solder; stocker; écorcher
abschirmen blinder; couvrir; cuirasser abriter; assurer la surveillance; borner; cacher; camoufler; celer; clôturer; conserver; couvrir; desservir; dissimuler; débarrasser; débarrasser la table; défendre; déguiser; détenir; farder; fermer au verrou; garder; maintenir; mettre en sûreté; mettre à l'abri de; nettoyer; omettre; protéger; préserver; receler; recéler; retenir; sauvegarder; se taire de quelque chose; surveiller; veiller; veiller sur quelqu'un; veiller sur quelque chose; verrouiller; voiler; équiper d'un dispositif d'alarme
bewaffnen armer; blinder; cuirasser; se cuirasser
bewehren armer; blinder; cuirasser

Synoniemen voor "blinder":


Wiktionary: blinder

Cross Translation:
FromToVia
• blinder → panzern ↔ pantseren — met een pantser bekleden

blindée:


Synoniemen voor "blindée":

  • endurcie; immunisée; armée; protégée; cuirassée; bardée; matelassée

Verwante vertalingen van blindé



Duits

Uitgebreide vertaling voor blindé (Duits) in het Frans

Blinde:

Blinde [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Blinde
    l'aveugle
    • aveugle [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Blinde:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aveugle Blinde
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aveugle blind; nicht sehen können

Wiktionary: Blinde

Blinde
noun
  1. Personne dont l’acuité visuelle est diminuée de façon importante ou totale.

Verwante vertalingen van blindé







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0670 seconde
Page rendered in 1.0 seconds