Home ->Woordenboeken ->Frans/Duits ->Zoek: câble

Franse en Duitse zoekresultaten voor: câble

Overzicht
Frans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. câblé:
  2. câble:
  3. câbler:
  4. Wiktionary:

Frans

Uitgebreide vertaling voor câble (Frans) in het Duits

câblé:

câblé bijvoeglijk naamwoord

  1. câblé
    verkabelt; Kabel-

Vertaal Matrix voor câblé:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Kabel- câblé
verkabelt câblé

Synoniemen voor "câblé":


câble:

câble [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le câble (canalisation; conduite; cordage; fil; filet)
    Kabel; die Leitung; die Kabelleitung
  2. le câble (cordage; cordon; mercerie; )
    die Elektrizitätsschnur
  3. le câble (conduction; fil; cordage; canalisation; fil conducteur)
    Kabel; die elektrische Leitung
  4. le câble (comité directeur; direction; management; )
    die Geschäftsführung; die Direktion; die Betriebsführung
  5. le câble (corde)
    Kabel; Schiffskabel
  6. le câble (corde; tresse; fil)
    die Schnur; Kordel; der Faden; die Leine; der Bindfaden; Garn
    • Schnur [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Kordel [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Faden [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Leine [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Bindfaden [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Garn [das ~] zelfstandig naamwoord
  7. le câble (bande; ligne; rang; )
    die Linie; die Zeile; die Reihe; die Schlange; die Leine; die Kette; die Serie
    • Linie [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Zeile [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Reihe [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Schlange [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Leine [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Kette [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Serie [die ~] zelfstandig naamwoord
  8. le câble (ligne; trait; bande; )
    die Linie; der Strich
    • Linie [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Strich [der ~] zelfstandig naamwoord

câble [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la câble (corde)
    Kabeltau; Tau; die Trosse
    • Kabeltau [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Tau [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Trosse [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor câble:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Betriebsführung canalisation; comité directeur; conduite; cordage; câble; direction; fil; filet; gouvernement; management Conseil d'Administration; direction; direction de l'entreprise; management; route
Bindfaden corde; câble; fil; tresse corde; cordon; ficelles; fil; fil de suture; filet
Direktion canalisation; comité directeur; conduite; cordage; câble; direction; fil; filet; gouvernement; management Conseil d'Administration; direction; direction de l'entreprise; management; politique; route; stratégie; tactique
Elektrizitätsschnur cordage; corde; cordon; câble; fil; filet; galon; mercerie; mercier; tresse
Faden corde; câble; fil; tresse corde; cordon; fil; fil de suture; filet; toise
Garn corde; câble; fil; tresse corde; cordon; faufil; fil; fil de suture; filet
Geschäftsführung canalisation; comité directeur; conduite; cordage; câble; direction; fil; filet; gouvernement; management Conseil d'Administration; direction; direction de l'entreprise; management; route
Kabel canalisation; conduction; conduite; cordage; corde; câble; fil; fil conducteur; filet
Kabelleitung canalisation; conduite; cordage; câble; fil; filet
Kabeltau corde; câble remorque
Kette bande; barre; corde; câble; file; ligne; rang; rangs; règle chaîne; chaînette; collier; cycle; embouteillage; enchaînement; lisse; queue; séquence; série
Kordel corde; câble; fil; tresse bandage; bandeau; cordon; reliure; ruban; serre-tête
Leine bande; barre; corde; câble; fil; file; ligne; rang; rangs; règle; tresse bride; ceinture; collier; corde; cordelette; courroie; ficelle; guide; guides; laisse; ligne; lisière; pli; ride; rêne; sangle; sillon; trait
Leitung canalisation; conduite; cordage; câble; fil; filet direction; ligne; pli; représentation d'une ligne; ride; route; sillon; trait; tête
Linie bande; barre; corde; câble; file; ligne; rang; rangs; règle; trait barre; ligne; raie; sillon; tiret; trait; trait pour indiquer le début
Reihe bande; barre; corde; câble; file; ligne; rang; rangs; règle collection; cycle; embouteillage; filet; gamme; ordre; queue; rang; rangs; rangée; succession; suite; séquence; série; traînée
Schiffskabel corde; câble
Schlange bande; barre; corde; câble; file; ligne; rang; rangs; règle canaille; casse-cul; charogne; chienne; chipie; coquin; crapule; dragon; embouteillage; emmerdeur; furie; gendarme; hydrophis; misérable; mégère; nana; poison; poulette; queue; rang; rangée; renarde; sale type; salope; serpent; serpent des champs; sorcière; tarte; tuyau d'arrosage; vache; vieille; vipère; virago
Schnur corde; câble; fil; tresse bandage; bandeau; bandes; corde; cordon; ficelle; ligne; pli; reliure; ride; ruban; serre-tête; sillon; trait
Serie bande; barre; corde; câble; file; ligne; rang; rangs; règle collection; cycle; embouteillage; gamme; périodicité; queue; rangée; suite; séquence; série
Strich bande; barre; corde; câble; file; ligne; règle; trait barre; raie; rayure; trait; trait de pinceau; trait de plume; trait pour indiquer le début
Tau corde; câble corde; cordelette; ficelle; fleur; remorque; rosée
Trosse corde; câble grappe; remorqueur; régime; traîneur
Zeile bande; barre; corde; câble; file; ligne; rang; rangs; règle enregistrement; ligne; pli; ride; sillon; trait
elektrische Leitung canalisation; conduction; cordage; câble; fil; fil conducteur

Synoniemen voor "câble":

  • amarre; cordage; filin; corde; grelin; lusin; ralingue; trélingage; merlin

Wiktionary: câble

câble
noun
  1. arts|fr gros cordage formé de l’assemblage de plusieurs torons de chanvre, d’aloès, d’acier, etc.
câble
noun
  1. starkes Schiffsseil aus Hanf oder Stahldraht
  2. umgangssprachlich: Kabel
  3. Leitung zum Transport elektrischen Stroms beziehungsweise elektronischer Nachrichten
Cross Translation:
FromToVia
• câble → Trosse ↔ tros — een scheepskabel

câbler:

câbler werkwoord (câble, câbles, câblons, câblez, )

  1. câbler (télégraphier)
    senden; funken; telegrafieren
    • senden werkwoord (sende, sendest, sendet, sendete, sendetet, gesendet)
    • funken werkwoord (funke, funkst, funkt, funkte, funktet, gefunkt)
    • telegrafieren werkwoord (telegrafiere, telegrafierst, telegrafiert, telegrafierte, telegrafiertet, telegrafiert)
  2. câbler (faire des signaux; signaler; télégraphier)
    senden; telegrafieren; Signale geben
    • senden werkwoord (sende, sendest, sendet, sendete, sendetet, gesendet)
    • telegrafieren werkwoord (telegrafiere, telegrafierst, telegrafiert, telegrafierte, telegrafiertet, telegrafiert)
    • Signale geben werkwoord (gebe Signale, gibst Siganle, gibt Signale, gab, gabt, gegeben)
  3. câbler
    verkabeln; mit Kabeln versehen
    • verkabeln werkwoord
    • mit Kabeln versehen werkwoord (versehe mit Kabeln, versiehst mit Kabeln, versieht mit Kabeln, versah mit Kabeln, versaht mit Kabeln, mit Kabeln versehen)

Conjugations for câbler:

Présent
  1. câble
  2. câbles
  3. câble
  4. câblons
  5. câblez
  6. câblent
imparfait
  1. câblais
  2. câblais
  3. câblait
  4. câblions
  5. câbliez
  6. câblaient
passé simple
  1. câblai
  2. câblas
  3. câbla
  4. câblâmes
  5. câblâtes
  6. câblèrent
futur simple
  1. câblerai
  2. câbleras
  3. câblera
  4. câblerons
  5. câblerez
  6. câbleront
subjonctif présent
  1. que je câble
  2. que tu câbles
  3. qu'il câble
  4. que nous câblions
  5. que vous câbliez
  6. qu'ils câblent
conditionnel présent
  1. câblerais
  2. câblerais
  3. câblerait
  4. câblerions
  5. câbleriez
  6. câbleraient
passé composé
  1. ai câblé
  2. as câblé
  3. a câblé
  4. avons câblé
  5. avez câblé
  6. ont câblé
divers
  1. câble!
  2. câblez!
  3. câblons!
  5. câblé
  6. câblant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor câbler:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Signale geben câbler; faire des signaux; signaler; télégraphier
funken câbler; télégraphier battre des cils; battre des paupières; jeter étincelles; étinceler
mit Kabeln versehen câbler
senden câbler; faire des signaux; signaler; télégraphier commander; diffuser; distribuer; distribuer à domicile; donner; déposer; envoyer; envoyer par courrier électronique; expédier; fournir; livrer; livrer à domicile; passer; porter; porter à domicile; procurer; radiodiffuser; remettre; renvoyer à; se référer à; émaner; émettre
telegrafieren câbler; faire des signaux; signaler; télégraphier
verkabeln câbler

Wiktionary: câbler

Cross Translation:
FromToVia
• câbler → verkabeln ↔ bekabelen — van kabels voorzien

Verwante vertalingen van câble







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0556 seconde
Page rendered in 1.0 seconds