Home ->Woordenboeken ->Frans/Duits ->Zoek: cassure

Franse en Duitse zoekresultaten voor: cassure

Overzicht

Frans naar Duits: Meer gegevens...

cassure:
- Bruchstelle; Brechpunkt
Wiktionary:
- cassure → Kluft, Bruch

Frans

Uitgebreide vertaling voor cassure (Frans) in het Duits

cassure:

cassure [la ~] zelfstandig naamwoord

la cassure (point de rupture; point de cassure)
die Bruchstelle; der Brechpunkt
- Bruchstelle [die ~] zelfstandig naamwoord
- Brechpunkt [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor cassure:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Brechpunkt	cassure; point de cassure; point de rupture
Bruchstelle	cassure; point de cassure; point de rupture	point de rupture

Synoniemen voor "cassure":

blessure; plaie; mal; lésion; coup; fracture; meurtrissure; contusion; écorchure; égratignure; griffure; entaille; entorse; crevasse; fente; lézarde; fissure; craquelure; anfractuosité; faille; fondrière; engelure; gerçure; diaclase; bris; rupture; fêlure

Wiktionary: cassure

cassure

noun

im übertragenen Sinne: starker Gegensatz, der unüberwindbar scheint
- Kluft → rupture; fossé; cassure; coupure; abîme
das körperliche Brechen, Zertrennen eines Gegenstandes; Materials; der Ort des Brechens; ein Auseinander gehen, Trennen im weitesten Sinne von Gegenständen, Materialien, Verbindungen, Zusammenschlüssen
- Bruch → cassure; fracture

Verwante vertalingen van cassure

point de cassure