Overzicht


Frans

Uitgebreide vertaling voor créancier (Frans) in het Duits

créancier:

créancier [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le créancier (débiteur)
    der Kreditor; der Gläubiger; der Kreditgeber
  2. le créancier (débiteur)
    der Gläubiger; der Schuldner; der Kreditor; der Debitor; der Kreditgeber; die Debitorin
  3. le créancier
    der Gläubiger; der Kreditor
  4. le créancier
    die Schuldnerin; die Debitorin; der weibliche Kreditor
  5. le créancier (investisseur; commanditaire)
    der Geldgeber
  6. le créancier (oncle d'Amérique; commanditaire; investisseur; oncle à héritage)
    der Erbonkel; der Zuckeronkel

Vertaal Matrix voor créancier:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Debitor créancier; débiteur client; débiteur
Debitorin créancier; débiteur débiteure
Erbonkel commanditaire; créancier; investisseur; oncle d'Amérique; oncle à héritage oncle à héritage
Geldgeber commanditaire; créancier; investisseur; prêteur à gage bailleur de fonds; commanditaire; financier; prêteur
Gläubiger créancier; débiteur
Kreditgeber créancier; débiteur créanciers
Kreditor créancier; débiteur fournisseur
Schuldner créancier; débiteur débiteur; débiteurs
Schuldnerin créancier
Zuckeronkel commanditaire; créancier; investisseur; oncle d'Amérique; oncle à héritage
weibliche Kreditor créancier

Synoniemen voor "créancier":


Wiktionary: créancier

créancier
noun
  1. jemand, der einem Schuldner gegenüber anspruchsberechtigt ist

Cross Translation:
FromToVia
créancier Gläubiger; Kreditor creditor — a person to whom a debt is owed
créancier Gläubiger schuldeiser — iemand aan wie iemand iets (meestal geld) verschuldigd is
créancier Gläubiger crediteur — iemand aan wie iemand iets (meestal geld) verschuldigd is

Verwante vertalingen van créancier