Overzicht
Frans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. crédit:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor crédit (Frans) in het Duits

crédit:

crédit [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le crédit
    Kredit; Passiva; Lob; Darlehen; Kompliment
    • Kredit [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Passiva [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Lob [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Darlehen [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Kompliment [das ~] zelfstandig naamwoord
  2. le crédit
    Kredit
    • Kredit [das ~] zelfstandig naamwoord
  3. le crédit (accord de crédit; crédit à découvert; octroi d'un crédit)
    die Kreditverleihung; die Anleihe; Darlehen; der Vorschuß; Kredit
  4. le crédit (avoir)
    der Besitz; Guthaben; Kredit; die Habe; Besitztum; Eigentum; die Ersparnis
    • Besitz [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Guthaben [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Kredit [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Habe [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Besitztum [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Eigentum [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Ersparnis [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor crédit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Anleihe accord de crédit; crédit; crédit à découvert; octroi d'un crédit emprunt; emprunt obligataire
Besitz avoir; crédit actif; biens; biens meubles; meubles; mobilier; possession; propriété; équipement ménager
Besitztum avoir; crédit actif; bien; biens; biens meubles; meubles; mobilier; possession; propriété; propriétés; équipement ménager
Darlehen accord de crédit; crédit; crédit à découvert; octroi d'un crédit acompte; avance; emprunt; hypothèque; prêt
Eigentum avoir; crédit actif; bien; biens; biens meubles; meubles; mobilier; possession; propriété; propriétés; équipement ménager
Ersparnis avoir; crédit magots; réduction de dépenses; économie; économies; épargne; épargnes
Guthaben avoir; crédit crédit de banque; magots; économies; épargnes
Habe avoir; crédit actif; biens; biens meubles; meubles; mobilier; possession; propriété; équipement ménager
Kompliment crédit cajolerie; compliment; flatterie
Kredit accord de crédit; avoir; crédit; crédit à découvert; octroi d'un crédit emprunt; hypothèque
Kreditverleihung accord de crédit; crédit; crédit à découvert; octroi d'un crédit
Lob crédit
Passiva crédit passif
Vorschuß accord de crédit; crédit; crédit à découvert; octroi d'un crédit acompte; avance
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Besitz Propriété

Synoniemen voor "crédit":


Wiktionary: crédit

crédit
noun
  1. meist gegen Zahlung von Zinsen zur Verfügung gestelltes fremdes Kapital
  2. redensartlich für den Vorgang des borgen

Cross Translation:
FromToVia
crédit Kredit credit — privilege of delayed payment

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van crédit