Overzicht
Frans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. frein:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor frein (Frans) in het Duits

frein:

frein [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le frein (garniture de frein)
    die Bremse
    • Bremse [die ~] zelfstandig naamwoord
  2. le frein (garniture de frein; patin; patin de frein; sabot de frein)
    der Bremsschuh; der Bremsklotz
  3. le frein (halte)
    der Halt; der Stop; der Stillstand
    • Halt [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Stop [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Stillstand [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor frein:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Bremse frein; garniture de frein taon
Bremsklotz frein; garniture de frein; patin; patin de frein; sabot de frein
Bremsschuh frein; garniture de frein; patin; patin de frein; sabot de frein
Halt frein; halte aide; aide sociale; appui; asile; certitude; cohésion; consistance; fermeté; lieu de refuge; lieu de salut; point d'appui; port de refuge; prise; réalité; réel; solidité; soutien; stabilité; support; ténacité
Stillstand frein; halte arrêts; immobilité; stagnation; stagnations
Stop frein; halte

Synoniemen voor "frein":


Wiktionary: frein

frein
noun
  1. Ligament qui bride ou retient quelque partie ou quelque organe du corps
  2. Dispositif destiné à modérer la vitesse d’un mécanisme, à enrayer les roues d’un véhicule
frein
noun
  1. Technik, Mechanik: Vorrichtung, die dazu dient, eine Bewegung zu verlangsamen oder anzuhalten

Cross Translation:
FromToVia
frein Bremse brake — device used to slow or stop a vehicle
frein Zurückhaltung restraint — control or caution; reserve
frein Bremse rem — een mechanisme dat iets vertraagt of tot stilstand brengt

Verwante vertalingen van frein