Overzicht
Frans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. liège:
  2. Wiktionary:
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. liegen:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor liège (Frans) in het Duits

liège:

liège [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le liège (bouchon; écorce)
    der Korken; der Stöpsel; der Propfen
    • Korken [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Stöpsel [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Propfen [der ~] zelfstandig naamwoord
  2. le liège (plomb; fusible; bouchon; fiche; cheville)
    die Sicherung; die Schmelzsicherung
  3. le liège

Vertaal Matrix voor liège:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Korken bouchon; liège; écorce
Propfen bouchon; liège; écorce
Schmelzsicherung bouchon; cheville; fiche; fusible; liège; plomb fusible
Sicherung bouchon; cheville; fiche; fusible; liège; plomb Image mémoire; copie de sauvegarde; couverture de protection; fichier de sauvegarde; garantie; protection; préservation; sauvegarde; sécurité
Stöpsel bouchon; liège; écorce
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
Kork liège

Wiktionary: liège

liège
noun
  1. écorce épaisse et léger du chêne-liège qu’on utilise dans la fabrication de bouchons ou comme matériau isolant.
liège
noun
  1. 2,5 bis 20 cm dicke Rinde der Korkeiche (quercus suber), aus lückenlos aneinander schließenden Zellen, die für Flüssigkeiten und Gase schwer durchlässig sind

Cross Translation:
FromToVia
liège Kork cork — bark of the cork oak
liège Korkeiche cork oak — a type of evergreen oak tree, Quercus suber
liège Kork kurk — licht, poreus materiaal, afkomstig van de kurkeik

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van liège



Duits

Uitgebreide vertaling voor liège (Duits) in het Frans

Liege:


Synoniemen voor "Liege":


liège vorm van liegen:

liegen werkwoord (liege, liegst, liegt, liegte, liegtet, geliegen)

  1. liegen

Conjugations for liegen:

Präsens
  1. liege
  2. liegst
  3. liegt
  4. liegen
  5. liegt
  6. liegen
Imperfekt
  1. liegte
  2. liegtest
  3. liegte
  4. liegten
  5. liegtet
  6. liegten
Perfekt
  1. habe geliegen
  2. hast geliegen
  3. hat geliegen
  4. haben geliegen
  5. habt geliegen
  6. haben geliegen
1. Konjunktiv [1]
  1. liege
  2. liegest
  3. liege
  4. liegen
  5. lieget
  6. liegen
2. Konjunktiv
  1. liegte
  2. liegtest
  3. liegte
  4. liegten
  5. liegtet
  6. liegten
Futur 1
  1. werde liegen
  2. wirst liegen
  3. wird liegen
  4. werden liegen
  5. werdet liegen
  6. werden liegen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde liegen
  2. würdest liegen
  3. würde liegen
  4. würden liegen
  5. würdet liegen
  6. würden liegen
Diverses
  1. lieg!
  2. liegt!
  3. liegen Sie!
  4. geliegen
  5. liegend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor liegen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
être situé liegen

Wiktionary: liegen

liegen
  1. die relationale Position zweier Objekte bezeichnend
  2. eine mehr oder weniger horizontal ausgerichtete Lage einnehmen
liegen
verb
  1. étendre, couché.
  2. se trouver (en un lieu) ; être (quelque part)

Cross Translation:
FromToVia
liegen gésir; être étendu lie — be in horizontal position
liegen trouver lie — be situated

Computer vertaling door derden: