Overzicht
Frans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. miette:
  2. Wiktionary:
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. mieten:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor miette (Frans) in het Duits

miette:

miette [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la miette (grain)
    der Krümel; Körnchen
  2. la miette (grain)
    Körnchen; Gran; Gefühl
    • Körnchen [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Gran [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Gefühl [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor miette:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Gefühl grain; miette mouvement d'âme; sens; sensibilité; sentiment; émotion
Gran grain; miette
Krümel grain; miette
Körnchen grain; miette grains; perles

Synoniemen voor "miette":


Wiktionary: miette

miette
noun
  1. Une des petites parties qui tombent du pain quand on le coupe, ou qui restent quand on a mangé
miette
noun
  1. kleiner Teil eines festen Stoffes, meist eines Gebäcks; Krümel

Cross Translation:
FromToVia
miette Brotkrume; Brotkrümel breadcrumb — tiny piece of bread
miette Brosame; Brösel; Krümel crumb — small piece of biscuit, cake, etc

Computer vertaling door derden:


Duits

Uitgebreide vertaling voor miette (Duits) in het Frans

miette vorm van mieten:

mieten werkwoord (miete, mietst, miett, miette, miettet, gemietet)

  1. mieten (pachten; einmieten)
    louer; retenir; prendre en location; prendre à bail
    • louer werkwoord (loue, loues, louons, louez, )
    • retenir werkwoord (retiens, retient, retenons, retenez, )
    • prendre à bail werkwoord
  2. mieten
    prendre en location; louer
    • louer werkwoord (loue, loues, louons, louez, )
  3. mieten (verpachten)
    donner à bail; louer
    • donner à bail werkwoord
    • louer werkwoord (loue, loues, louons, louez, )

Conjugations for mieten:

Präsens
  1. miete
  2. mietst
  3. miett
  4. mieten
  5. miett
  6. mieten
Imperfekt
  1. miette
  2. miettest
  3. miette
  4. mietten
  5. miettet
  6. mietten
Perfekt
  1. habe gemietet
  2. hast gemietet
  3. hat gemietet
  4. haben gemietet
  5. habt gemietet
  6. haben gemietet
1. Konjunktiv [1]
  1. miete
  2. mietest
  3. miete
  4. mieten
  5. mietet
  6. mieten
2. Konjunktiv
  1. miette
  2. miettest
  3. miette
  4. mietten
  5. miettet
  6. mietten
Futur 1
  1. werde mieten
  2. wirst mieten
  3. wird mieten
  4. werden mieten
  5. werdet mieten
  6. werden mieten
1. Konjunktiv [2]
  1. würde mieten
  2. würdest mieten
  3. würde mieten
  4. würden mieten
  5. würdet mieten
  6. würden mieten
Diverses
  1. miet!
  2. miett!
  3. mieten Sie!
  4. gemietet
  5. mietend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor mieten:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
donner à bail mieten; verpachten
louer einmieten; mieten; pachten; verpachten Ehrfurcht bezeigen; achten; ehren; herausstreichen; hochachten; inden Himmel heben; indenHimmelheben; loben; lobpreisen; pachten; preisen; rühmen; segnen; verleihen; vermieten
prendre en location einmieten; mieten; pachten
prendre à bail einmieten; mieten; pachten pachten
retenir einmieten; mieten; pachten abhalten; abschirmen; absorbieren; abziehen; auf die Seitelegen; aufhalten; aufsperren; behalten; beherrschen; behindern; beibehalten; beiseite legen; bewahren; bezwingen; bezähmen; einpferchen; einschließen; einsperren; entgegenarbeiten; entgegenwirken; enthalten; erhalten; erwähnen; festhalten; festsetzen; freihalten; gefangenhalten; handhaben; hindern; hintertreiben; hinterziehen; im Gefängnis werfen; in Minderung bringen; instandhalten; kamouflieren; konterkarieren; nicht gehenlassen; offenhalten; stehenbleiben; tarnen; unterdrücken; verbergen; verhehlen; verheimlichen; verschleiern; verschweigen; verstecken; vorbehalten; wahren; zur Seite legen; zurückbehalten; zurückhalten; zurücklegen; zurücknehmen; zurückstellen

Synoniemen voor "mieten":

  • chartern

Wiktionary: mieten

mieten
verb
  1. (transitiv): gegen Bezahlung für eine bestimmte Zeit zur Benutzung überlassen bekommen
mieten
verb
  1. engager un salarié, passer avec lui un contrat de travail.
  2. Prendre à louage ou à loyer

Cross Translation:
FromToVia
mieten louer hire — to obtain the services of in return for fixed payment
mieten louer rent — to occupy premises in exchange for rent
mieten louer tenant — to hold as, or be, a tenant
mieten louer huren — tegen betaling lenen

Computer vertaling door derden: