Home ->Woordenboeken ->Frans/Duits ->Zoek: noirceur

Franse en Duitse zoekresultaten voor: noirceur

Overzicht

Frans naar Duits: Meer gegevens...

noirceur:
- Wiktionary:
  noirceur → Schwärze, Dunkelheit, schwarzer, Hautfleck, Bosheit, Ruchlosigkeit, Tücke
  noirceur → Dunkelheit, Finsternis, Nacht
- Synoniemen voor "noirceur":
  obscurité; méchanceté; noir; nébulosité; assombrissement; opacité; occultation

Frans

Uitgebreide vertaling voor noirceur (Frans) in het Duits

noirceur:

Synoniemen voor "noirceur":

obscurité; méchanceté; noir; nébulosité; assombrissement; opacité; occultation

Wiktionary: noirceur

noirceur

noun

Qualité de ce qui est noir
- noirceur → Schwärze; Dunkelheit
Tâche noire
- noirceur → schwarzer; Hautfleck
Atrocité d’une chose
- noirceur → Bosheit; Ruchlosigkeit; Tücke

Cross Translation:

From	To	Via
• noirceur	→ Dunkelheit; Finsternis	↔ darkness — state of being dark
• noirceur	→ Dunkelheit; Nacht	↔ night — darkness